Naptumomab
estafenatox (Nap) is een fusie-eiwit dat bestaat uit een antigeen-bindend
fragment plus een enterotoxine. Het antigeen-bindende fragment kan zich aan 5T4
op tumorcellen binden, waarna het enterotoxine T-lymfocyten activeert. Prof.
Robert Hawkins (Christie CRC Research Centre, Manchester) en collega’s hebben
een gerandomiseerde fase 2/3-studie uitgevoerd van Nap plus interferon-α (IFNα)
versus alleen IFNα voor metastatisch niercelcarcinoom. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Clinical Cancer Research.1
Deelnemers
waren 513 mRCC-patiënten, die werden gerandomiseerd naar IFNα (9 MU subcutaan
driemaal per week) met of zonder Nap (15 μg/kg intraveneus in drie cycli van
vier injecties eenmaal daags). Er was tussen beide groepen geen verschil in
mediane overall survival (17,1
maanden met Nap-IFNα versus 17,5 maanden met IFNα) of progressievrije
overleving (5,8 maanden in beide groepen). In post-hoc exploratieve analyse
bleek echter dat de baseline plasmaconcentraties van anti-SEA/E-120
(anti-Nap-antilichamen) en IL-6 konden fungeren als predictieve biomarkers. De
subgroep van 130 patiënten met concentraties van anti-SEA/E-120 en IL-6 lager
dan de mediaan had aanzienlijk profijt van toevoeging van Nap: in deze groep
waren de mediane OS en PFS in de Nap-IFNα arm 63,7 maanden respectievelijk 13,7
maanden, versus 31,1 maanden respectievelijk 5,8 maanden in de IFNα-arm (p=0,02
voor OS en PFS). De behandeling had een acceptabel veiligheidsprofiel.
De
onderzoekers concluderen dat de studie niet het primaire eindpunt heeft
bereikt, maar dat in post-hoc exploratieve analyse een subgroep is
geïdentificeerd die baat kan hebben bij de behandeling.
1.Hawkins RE, Gore M, Shparyk Y et al. A
randomized phase 2/3 study of naptumomab estafenatox + IFN-α vs IFN-α in renal
cell carcinoma: final analysis with baseline biomarker subgroup and trend
analysis. Clin Cancer Res 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)