Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Fase 3-studie van eerstelijns osimertinib versus standard-of-care EGFR-TKI voor EGFRm gevorderd NSCLC

(0)2017-09-10 11:58   ( Nieuws )

Tags

FLAURA-studie  

Prof. Suresh RamalingamOsimertinib is een derde-generatie EGFR-TKI met sterke en selectieve remmende werking voor niet-kleincellig longcarcinoom met EGFR-mutatie. In preklinische en vroege klinische studies zijn aanwijzingen gezien voor een rol van osimertinib als eerstelijns therapie voor EGFRm gevorderd NSCLC. De multinationale fase 3-studie FLAURA vergeleek eerstelijns osimertinib met standard-of-care (SOC) EGFR-TKI voor EGFRm gevorderd NSCLC. Prof. Suresh Ramalingam (Emory University, Atalanta GA) presenteerde de studie online op de ESMO Annual Meeting in Madrid.1

De studie includeerde volwassen patiënten zonder eerdere behandeling voor gevorderde ziekte. Inclusie van neurologisch stabiele patiënten met CNS-metastasen was toegestaan mits definitieve behandeling/steroïden tenminste twee weken voor inclusie voltooid was. De patiënten werden 1: 1 gerandomiseerd naar oraal osimertinib 80 mg eenmaal daags (n=279) of SOC EGFR-TKI (oraal gefitinib 250 mg eenmaal daags of oraal erlotinib 150 mg eenmaal daags; n=277). Randomisatie was gestratificeerd naar mutatiestatus (exon 19 del/L858R) en ras (Aziatisch versus niet-Aziatisch).

Het primaire eindpunt van de studie was door lokale onderzoekers beoordeelde progressievrije overleving. De mediane PFS was 18,9 maanden met osimertinib versus 10,2 maanden met SOC (HR 0,46; p<0,0001). Het PFS-voordeel met osimertinib werd gezien in alle subgroepen; ook in de patiënten met CNS-metastase bij inclusie. De mediane overall survival was op het moment van de nu gepresenteerde analyse in geen van beide armen bereikt; er waren 58 patiënten overleden in de osimertinib-arm verus 83 in de SOC-arm. De OOR was 80% in de osimertinib-arm versus 76% in de SOC-arm. De duur van respons was 17,2 maanden met osimertinib versus 8,5 maanden met SOC.

In de osimertinib-arm werden any grade adverse events gezien in 98% en graad 3- of 4 AEs in 34%. In de SOC-arm werden any grade AEs gezien in 98% en graad 3 of 4 AEs in 45%. Discontinuering vanwege AEs was noodzakelijk in 13% van de patiënten in de osimertinib-arm en 18% van de patiënten in de SOC-arm.

De onderzoekers concluderen dat eerstelijns osimertinib vergeleken met SOC voor gevorderd EGFRm NSCLC resulteerde in betere PFS en een vergelijkbaar veiligheidsprofiel.

1.Ramalingam S et al. ESMO Annual Meeting 2017; abstr. LBA2

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren