Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Fase 3-studie van enkele-dosis 8 Gy RT versus 20 Gy in vijf fracties voor metastatische wervelkolomcompressie

(0)2017-06-03 14:58   ( Nieuws )

Prof. Peter HoskinSpinal canal compression (SCC) is een niet-ongewone complicatie van metastatische maligniteiten. De meeste patiënten krijgen radiotherapie voor verbetering van de neurologische functie en mobiliteit en voor het verminderen van de pijn. Er is echter geen standaard RT-schema voor SCC; gebruikelijke schema’s lopen uiteen van 8 Gy in één fractie tot 40 Gy in twintig fracties. De noninferioriteits fase 3-studie SCORAD III vergeleek een enkele dosis van 8 Gy met 20 Gy in vijf fracties. Prof. Peter Hoskin (Mount Vernon Cancer Centre, Middlesex UK) presenteert de studie op de ASCO Annual Meeting in Chicago.1

De studie werd uitgevoerd in 43 centra in het Verenigd Koninkrijk en 4 centra in Australië. Deelnemers waren patiënten met MRI/CT-bevestigde SCC, behandelbaar in een enkel stralingsveld waarin ze geen eerdere RT hadden gekregen, en een levensverwachting langer dan acht weken. Ze werden gerandomiseerd naar 8 Gy in één fractie of 40 Gy in vijf fracties, gestratificeerd naar centrum, locatie van primaire tumor, aanwezigheid of afwezigheid van skeletmetastasen, en ambulatorische status (AS: graad 1: in staat normaal te lopen, graad 2: in staat te lopen met hulpmiddel zoals stok of rollator, graad 3: moeilijk lopen zelfs met hulpmiddel, graad 4: rolstoelgebonden). Het primaire eindpunt van de studie was AS na acht weken, met noninferioriteitsmarge 11% voor vergelijking van het percentage patiënten met AS graad 1 of 2 (hetzij behoud, hetzij verbetering vanuit graad 3 of 4).

De studie includeerde 688 patiënten; 73% mannen, mediane leeftijd 70 jaar, AS 1 of 2 66%; primaire tumor 44% prostaat, 18% long, 11% borst, en 11% gastro-intestinaal. Baseline-kenmerken waren in evenwicht tussen de één-fractie groep (n=345) en de multifractiegroep (n=343). AS 1 of 2 na acht weken werd bereikt door 114 van de 164 evalueerbare patiënten in de één-fractie groep (69,5%) versus 129 van de 176 evalueerbare patiënten in de multifractiegroep (73,3%) overeenkomend met een risicoverschil van 3,78%; ruim binnen de non-inferioriteitsmarge. De onderzoekers omschrijven de overall survival in beide groepen als ‘very similar’, met een mediane OS van 12,4 weken in de één-fractie groep versus 13,7 weken in de multifractiegroep (HR 1,02; p=0,81). Het percentage patiënten met graad 3-4 adverse events verschilde niet tussen beide groepen (20,6% versus 20,4%), het percentage patiënten met graad 1-2 AEs was lager in de één-fractie groep (51,0% versus 56,9%).

De onderzoekers concluderen dat voor het eindpunt AS na acht weken een enkele dosis van 8 Gy even werkzaam was als 20 Gy in vijf fracties. Het voornaamste voordeel van de één-fractie behandeling is dat de patiënten slechts éénmaal het RT-centrum hoeven te bezoeken; een belangrijk voordeel gelet op de korte levensverwachting van deze patiënten.

1.Hoskin P et al. ASCO Annual Meeting 2017; abstr. LBA 10004

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren