Taxaan-bevattende chemotherapie is standaardbehandeling voor klierpositief mammacarcinoom. De Duitse ADEBAR-studie vergeleek epirubicine plus cyclofosfamide gevolgd door docetaxel (EC-Doc) met dose-dense 5-fluorouracil plus epirubine plus cyclofosfamide (FEC120). Prof. Wolfgang Janni (Universitätsklinikum Ulm) en collega’s publiceren de uitkomsten van ADEBAR online in het British Journal of Cancer.¹

ADEBAR was een fase 3-studie met 1364 deelneemsters, die vier of meer metastatische axillaire lymfeklieren hadden. Ze werden gerandomiseerd naar vier 21-daagse cycli EC gevolgd door vier 21-daagse cycli docetaxel, of zes 28-daagse cycli FEC120. Na correctie voor andere prognostische factoren was er tussen beide armen geen statististisch significant verschil in ziektevrije overleving (EC-Doc versus FEC120 HR 1,087; p=0,444) of in overall survival (HR 0,974; p=0,841). In de FEC120-arm werd meer hematologische toxiciteit gezien; in de EC-Doc arm waren niet-hematologische toxiciteiten meer frequent. Het percentage patiënten met ernstige bijwerkingen was 29,7% in de FEC120-arm versus 22,5% in de EC-Doc arm.

De onderzoekers concluderen dat voor deze patiënten met hoog-risico mammacarcinoom EC-Doc een feasible en werkzaam alternatief is voor FEC120. De veiligheidsprofielen van beide behandelingen verschillen.

1.Janni W, Harbeck N, Rack B et al. Randomised phase III trial of FEC120 vs EC-docetaxel in patients with high-risk node-positive primary breast cancer: final survival analysis of the ADEBAR study. Br J Cancer 2016; epub ahead of print