Patiënten
met indolent non-Hodgkin lymfoom hebben over het algemeen goede respons op
eerstelijns immunochemotherapie. Nadat relapse opgetreden is wordt gewoonlijk
gekozen voor rituximab monotherapie. De multinationale fase 3-studie AUGMENT
heeft onderzocht wat de waarde is van toevoegen van lenalidomide in deze
setting. Prof. John Leonard
(Weill Cornell Medical College, New York) en collega’s publiceren de studie online in het Journal of Clinical Oncology.1
De studie
includeerde patiënten met recidiverend of refractair folliculair of marginale
zone lymfoom. Ze werden gerandomiseerd naar lenalidomide 20 mg eens per dag (n=178)
of placebo (n=180) gedurende twaalf
vier-weekse cycli plus rituximab eens per week in cyclus één en op de eerste
dag van cycli twee tot en met vijf. Het primaire eindpunt was centraal-beoordeelde
progressievrije overleving.
De mediane duur van de PFS was 39,4 maanden in de lenalidomide plus rituximab-arm
versus 14,1 maanden in de placebo plus rituximab-arm (HR 0,46; p<0,001). Het
PFS-profijt werd gezien in alle subgroepen met uitzondering van de groep
patiënten met marginale zone lymfoom (n=63; PFS-HR 1,00). Adverse
events die meer frequent waren met lenalidomide plus rituximab dan met
placebo plus rituximab waren infecties (63% versus 49% van de patiënten),
neutropenie (58% versus 23%), en cutane reacties (32% versus 12%). Ook graad 3
of 4 neutropenie (50% versus 13%) en leukopenie (7% versus 2%) waren meer
frequent in de lenalidomide-arm.
De
onderzoekers concluderen dat toevoeging van lenalidomide de werkzaamheid
verbeterde van rituximab voor refractair of recidiverend indolent lymfoom, met
een acceptabel veiligheidsprofiel.
1.Leonard
JP, Trneny M, Izutsu K et al. AUGMENT:
a phase III study of lenalidomide plus rituximab versus placebo plus rituximab
in relapsed or refractory indolent lymphoma. J Clin Oncol 2019; epub ahead of
print