Hoewel de
prognose van primair CNS lymfoom na introductie van hoge-dosering
methotrexaat-gebaseerde chemotherapie verbeterd is, blijven de uitkomsten
slecht. Het op CD20 gerichte monoklonale antilichaam rituximab heeft
substantiële activiteit laten zien voor CD20-positief DLBCL, maar de
werkzaamheid van rituximab voor primair CNS lymfoom is niet bekend. De geringe
penetratie van het grote rituximab-molecuul door de bloed-hersenbarrière
zou de werkzaamheid voor CNS lymfoom kunnen beperken. De fase 3-studie HOVON
105/ALLG NHL 24 heeft deze werkzaamheid onderzocht. Dr. Jacoline Bromberg
(Erasmus MC) en collega’s publiceren de studie online in The Lancet Oncology.1
De studie,
uitgevoerd in 23 centra in Nederland, Australië, en Nieuw Zeeland, includeerde
niet-immuungecompromiteerde patiënten in de leeftijd van achttien tot en met
zeventig jaar. De patiënten kregen twee cycli methotrexaat, carmustine,
teniposide, en prednison met (R-MBVP) of zonder (MBVP) rituximab. Patiënten met
respons aan het eind van deze inductietherapie kregen vervolgens cytarabine, en
voor patiënten van zestig jaar of jonger ook lage-dosering WBRT. Het primaire
eindpunt van de studie was gebeurtenisvrije overleving (gebeurtenis
gedefinieerd als geen bevestigde complete respons aan het eind van de
behandeling, of progressie of overlijden na respons).
De studie
includeerde 109 mannen en 91 vrouwen (mediane leeftijd 61 jaar; IQR 55-67). Eén
patiënt werd geëxcludeerd wegens een incorrecte diagnose; 100 patiënten werden
gerandomiseerd naar MBVP en 99 naar R-MBVP. Na mediaan 32,9 maanden follow-up
was een gebeurtenis gezien in 98 patiënten (51 in de MBVP-groep en 47 in de
R-MBVP groep) van wie 79 waren overleden (41 in de MBVP-groep en 38 in de
R-MBVP groep). De gebeurtenisvrije overleving na één jaar was 49% met MBVP
versus 52% met R-MBVP (HR 1,00; p=0,99). Graad 3 of 4 adverse events werden gezien in 58% van de MBVP-patiënten en 64%
van de R-MBVP patiënten. Levensbedreigende of fatale SAEs traden op in 12% van
de MBVP-patiënten en 10% van de R-MVBP patiënten, waaronder fatale SAEs in 5%
van de MBVP-patiënten en 3% van de R-MBVP patiënten.
De
onderzoekers concluderen dat de studie geen duidelijk profijt heeft laten zien
van toevoegen van rituximab aan hoge-dosering methotrexaat-gebaseerde
chemotherapie voor primair CNS lymfoom.
1.Bromberg JEC, Issa S, Bakunia K et
al. Rituximab in patients with primary CNS lymphoma (HOVON 105/ALLG NHL 24): a
randomised, open-label, phase 3 intergoup study. Lancet Oncol 2019; epub ahead
of print
Summary: A phase 3 study in The Netherlands, Australia and New Zealand found no clear
benefit of addition of rituximab to high-dose methotrexate-based chemotherapy
for primary CNS lymphoma.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)