Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Fase 3-studie van olaparib monotherapie versus chemotherapie voor HER2- MBC-patiënten met kiemlijn BRCA-mutatie

(0)2017-06-05 10:39   ( Nieuws )

Tags

OlympiAD-studie  

Dr. Mark RobsonOlaparib is een orale PARP-remmer met antitumor-activiteit in HER2-negatief metastistisch mammacarcinoom (MBC) in patiënten met een kiemlijn BRCA-mutatie (gBRCAm). De fase 3-studie OlympiAD onderzocht de werkzaamheid en veiligheid van olaparib versus standaard single-agent chemotherapie van physicians choice (TPC) in deze patiënten. Dr. Mark Robson (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) presenteerde de studie gisteren op de ASCO Annual Meeting in Chicago.1 De studie is ook online gepubliceerd in The New England Journal of Medicine.2

De OlympiAD studie werd uitgevoerd in elf centra in zeven landen. De studie had 396 deelneemsters met een gBRCAm en HER2-negatief MBC (HR-positief of triple-negatief) die ten hoogste twee eerdere lijnen chemotherapie voor MBC gekregen hadden. De mediane leeftijd was 44 jaar, 50% had triple-negatieve ziekte, 71% had eerdere chemotherapie voor MBC gekregen, onder wie 28% eerdere platina-gebaseerde chemotherapie. Ze werden 2:1 gerandomiseerd naar olaparib 300 mg tweemaal daags (n=205) of TPC (n=91; capecitabine, vinorelbine, of eribuline). De behandeling werd voortgezet tot progressie van de ziekte of niet-acceptabele toxiciteit optrad.

Het primaire eindpunt van de studie was centraal-beoordeelde progressievrije overleving. De nu gepresenteerde analyse werd uitgevoerd nadat in 77% van de patiënten een PFS-gebeurtenis had plaatsgevonden. De mediane PFS was 7,0 maanden in de olaparib-arm versus 4,2 maanden in de TPC-arm (HR 0,58; p=0,0009). Na progressie werden de patiënten behandeld volgens voorkeur van de lokale behandelaar; alleen crossover naar olaparib was niet toegestaan. De tijd tot tweede progressie, lokaal beoordeeld, was 13,2 maanden in de olaparib-arm versus 9,3 maanden in de TPC-arm (HR 0,57; p=0,003). Er was geen statistisch significant verschil tussen beide armen in overall survival. Na eerste progressie werden meer patiënten in de TPC-arm dan in de olaparib-arm behandeld met PARP-remmer of cytotoxische chemotherapie.

Objectieve respons was gezien in 59,9% van de patiënten in de olaparib-arm versus 28,8% van de patiënten in de TPC-arm. Graad 3 en hoger adverse events werden gezien in 36,6% van de patiënten in de olaparib-arm versus 50,5% van de patiënten in de TPC-arm, en leidden tot discontinuering in 4,9% respectievelijk 7,7%. De gemiddelde verandering (vanaf baseline) in HRQoL (QLQ-C30 vragenlijst) was beter in de olaparib-arm (versus TPC gemiddeld verschil 7,5 punten; p=0,0035).

De onderzoekers concluderen dat olaparib monotherapie vergeleken met TPC-chemotherapie resulteerde in significant betere PFS in patiënten met HER2-negatief MBC met een gBRCAm.

1.Robson ME et al. ASCO Annual Meeting 2017; abstr, LBA4
2.Robson M, Im S-A, Senkus E et al. Olaparib for metastatic breast cancer in patients with a germline BRCA mutation. N Engl J Med 2017; epub ahead of print


Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren