Venetoclax
(V) is een orale selectieve potente BCL2-remmer dia als monotherapie resulteert
in hoge ORR in patiënten met recidiverend of refractair (R/R)-CLL, ook in
hoog-risico populaties. V wordt ook in combinatie met rituximab (R) goed
verdragen. De multinationale fase 3-studie MURANO vergeleek VR voor RR-CLL met
de standaard chemo-immunotherapie bendamustine plus rituximab (BR). Prof. John
Seymour (Peter MacCallum Centre, Melbourne) presenteerde een geprespecificeerde interim-analyse van de studie gisteren
tijdens de Late Breaking Abstracts
sessie van de Annual Meeting van ASH
in Atlanta.1
De studie
includeerde patiënten met R/R-CLL, die één, twee, of drie eerdere lijnen
behandeling hadden gekregen. De ECOG performance status mocht ten hoogste 1
zijn. Ze werden gerandomiseerd naar VR (n=194) of BR (n=195). In de VR-arm werd
de V-dosering gedurende de eerste vier of vijf weken opgehoogd van 20 naar 400
mg eenmaal daags, om het risico van tumorlysis syndroom te verlagen. Vanaf week
zes werd R toegevoegd, eenmaal per maand 500 mg/m2 gedurende zes
maanden, in combinatie met dagelijks V. Na zes maanden werd
V-onderhoudstherapie voortgezet gedurende twee jaar of tot progressie optrad.
In de BR-arm kregen de patiënten B 70 mg/m2 op dagen één en twee van
zes 28-daagse cycli, met R volgens hetzelfde schema als in de VR-arm.
Het primaire
eindpunt van de studie was lokaal-beoordeelde progressievrije overleving, met
de nu gepresenteerde interimanalyse na 140 PFS-gebeurtenissen (mediaan 23,8
maanden follow-up. De figuur laat zien dat de PFS in de VR-arm (mediaan niet-bereikt) veel beter
was dan in de BR-arm (17,0%) voor een HR van 0,17 (p<0,0001). De twee-jaars
PFS was 84,9% met VR versus 36,3% met BR. Figuur 2 laat zien dat VR superieur
was aan BR in vrijwel alle subgroepen. Ook voor het secundaire eindpunt overall survival was het verschil tussen
beide armen al na twee jaar follow-up significant (HR 0,48; 95%-bti 0,25-0,90).
De tabel laat zien dat ook voor de andere secundaire eindpunten VR beter was
dan BR. De veiligheid was consistent met wat van de afzonderlijke middelen
bekend is.
De onderzoekers
concluderen dat de studie laat zien dat VR vergeleken met BR voor R/R CLL
resulteert in significant betere PFS, OS, ORR, CR, en MRD-negativiteit.
1.Seymour JF et al. ASH Annual Meeting
2017; abstr. LBA-2
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)