Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Fase 3-studie van venetoclax plus rituximab versus bendamustine plus rituximab voor R/R-CLL

(0)2017-12-13 12:54   ( Nieuws )

Tags

MURANO-studie  

Prof. John SeymourVenetoclax (V) is een orale selectieve potente BCL2-remmer dia als monotherapie resulteert in hoge ORR in patiënten met recidiverend of refractair (R/R)-CLL, ook in hoog-risico populaties. V wordt ook in combinatie met rituximab (R) goed verdragen. De multinationale fase 3-studie MURANO vergeleek VR voor RR-CLL met de standaard chemo-immunotherapie bendamustine plus rituximab (BR). Prof. John Seymour (Peter MacCallum Centre, Melbourne) presenteerde een geprespecificeerde interim-analyse van de studie gisteren tijdens de Late Breaking Abstracts sessie van de Annual Meeting van ASH in Atlanta.1

De studie includeerde patiënten met R/R-CLL, die één, twee, of drie eerdere lijnen behandeling hadden gekregen. De ECOG performance status mocht ten hoogste 1 zijn. Ze werden gerandomiseerd naar VR (n=194) of BR (n=195). In de VR-arm werd de V-dosering gedurende de eerste vier of vijf weken opgehoogd van 20 naar 400 mg eenmaal daags, om het risico van tumorlysis syndroom te verlagen. Vanaf week zes werd R toegevoegd, eenmaal per maand 500 mg/m2 gedurende zes maanden, in combinatie met dagelijks V. Na zes maanden werd V-onderhoudstherapie voortgezet gedurende twee jaar of tot progressie optrad. In de BR-arm kregen de patiënten B 70 mg/m2 op dagen één en twee van zes 28-daagse cycli, met R volgens hetzelfde schema als in de VR-arm.

Het primaire eindpunt van de studie was lokaal-beoordeelde progressievrije overleving, met de nu gepresenteerde interimanalyse na 140 PFS-gebeurtenissen (mediaan 23,8 maanden follow-up. De figuur laat zien dat de PFS in de VR-arm (mediaan niet-bereikt) veel beter was dan in de BR-arm (17,0%) voor een HR van 0,17 (p<0,0001). De twee-jaars PFS was 84,9% met VR versus 36,3% met BR. Figuur 2 laat zien dat VR superieur was aan BR in vrijwel alle subgroepen. Ook voor het secundaire eindpunt overall survival was het verschil tussen beide armen al na twee jaar follow-up significant (HR 0,48; 95%-bti 0,25-0,90). De tabel laat zien dat ook voor de andere secundaire eindpunten VR beter was dan BR. De veiligheid was consistent met wat van de afzonderlijke middelen bekend is.

De onderzoekers concluderen dat de studie laat zien dat VR vergeleken met BR voor R/R CLL resulteert in significant betere PFS, OS, ORR, CR, en MRD-negativiteit.

1.Seymour JF et al. ASH Annual Meeting 2017; abstr. LBA-2

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren