Tien tot
vijftien procent van de niercelcarcimomen heeft papillaire histologie, en
behandelopties voor patiënten met dit subtype zijn beperkt. De fase 2-studie
RAPTOR (RAD001 in Acvanced Papillary
Tumor Program in Europe) onderzocht de waarde van eerstelijns everolimus monotherapie
voor papillair metastatisch niercelcarcinoom (mRCC). Prof. Bernard Escudier
(Institut Gustave-Roussy, Villejuif) en collega’s publiceren de finale uitkomsten van RAPTOR online in het European
Journal of Cancer.1
RAPTOR
includeerde patiënten met niet eerder behandeld type 1 of 2 papillair mRCC. Ze
kregen everolimus 10 mg eenmaal daags tot progressie van de ziekte of
niet-acceptabele toxiciteit optrad. Het primaire eindpunt was de zes-maands progressievrije
overleving van de eerste 44 patiënten van de per protocol (PP) populatie. Deze
bedroeg 34% (80%-bti 25-45%). In de
ITT-populatie (n=88) bedroeg de mediane PFS 4,1 maanden (95%-bti 3,6-5,5
maanden), bereikte 65% stabiele ziekte, en was de mediane overall survival 21,4 maanden (95%-bti 15,4-28,4 maanden). Onder patiënten
met type 1-ziekte was de mediane PFS 7,9 maanden en de mediane OS 28,0 maanden;
onder patiënten met type 2-ziekte was de mediane PFS 5,1 maanden en de mediane
OS 24,2 maanden. De veiligheid van de behandeling werd geanalyseerd in alle
deelnemers (n=92). De meest-geziene graad 3 en hoger bijwerkingen waren asthenie
(13%), anemie (7%), en vermoeidheid (5%).
De
onderzoekers concluderen dat de studie liet zien dat patiënten met papillair
mRCC enig klinisch profijt hebben van everolimus.
1.Escudier
B, Molinie V, Bracarda S et al. Open-label
phase 2 trial of first-line everolimus monotherapy in patients with papillary
metastatic renal cell carcinoma: RAPTOR final analysis. Eur J Cancer 2016; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)