In de
praktijk, maar niet in klinische studies, is gezien dat vrouwen met gevorderd
blaascarcinoom een slechtere overleving hebben dan mannen. Dr. Matthew Milowsky
(University of North Carolina, Chapel Hill) en collega’s hebben onderzocht of
dit overlevingsverschil samenhangt met geslachtsgebonden verschillen in gebruik
van chemotherapie. Ze publiceren de uitkomsten van de analyse online in Cancer.1
In de
National Cancer Data Base vonden de onderzoekers gegevens van 23.981 patiënten
met stadium IV blaascarcinoom tussen 1998 en 2010. Vijfendertig procent van de
patiënten was vrouw. Vergeleken met de mannen waren de vrouwen ouder, en er
waren onder de vrouwen relatief meer zwarten en onverzekerden dan onder de
mannen (p<0,01 voor alle associaties). De Charlson-comorbiditeitsscore
verschilde niet tussen beide groepen. Van de vrouwen kreeg 45% chemotherapie,
van de mannen 52% (gecorrigeerd relatief risico 0,91; 95%-bti 0,88-0,94). De mediane overall survival was 8,0 maanden
voor de vrouwen versus 9,8 maanden voor de mannen (p<0,001). In multivariate
analyse, ook na correctie voor gebruik van chemotherapie, bleef de OS slechter
voor vrouwen dan voor mannen (HR voor overlijden 1,11; 95%-bti 1,08-1,15).
De
onderzoekers concluderen dat een deel van het overlevingsnadeel van vrouwen met
gevorderd blaascarcinoom kan worden verklaard uit minder gebruik van
chemotherapie. Ook na correctie voor gebruik van chemotherapie blijft een deel
van het overlevingsverschil bestaan.
1.Rose
TL, Deal AM, Nielsen ME et al.
Sex disparities in the use of chemotherapy and survival in patients with
advanced bladder cancer. Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)