Dr. Tekeda
Ferguson (Louisiana State University, New Orleans) en collega’s hebben een
studie uitgevoerd van de impact van relative
dose intensity (RDI) van chemotherapie op de uitkomsten van stadium I-III
mammacarcinoom in patiënten met ER-positieve PR-positieve HER2-negatieve ziekte
of triple-negatieve ziekte. Ze publiceren de studie online in Breast Cancer Research
and Treatment.1 De studie is gebaseerd op gegevens van het Louisiana Tumor Registry van vrouwen die
in 2011 werden behandeld.
Het register
had RDI-gegevens van 494 vrouwen met ER+/PR+/HER2- ziekte en 180 vrouwen met
TNBC. De onderzoekers inventariseerden de ziektespecifieke overleving en overall survival bij vijf
RDI-afsnijpunten (95%, 90%, 85%, 80%, en 75%), gecorrigeerd voor demografische
variabelen, tumorkenmerken, comorbiditeit, gebruik van
granulocyt-groeifactoren/cytokines, chemotherapieregime, en gebruik van
hormoontherapie. Onder de patiënten met ER+/PR+/HER2- patiënten was RDI 85% het
enige afsnijpunt waar beneden lagere RDI significant geassocieerd was met
slechtere OS (HR 1,93; 95%-bti 1,09-3,40). Onder de TNBC-patiënten was RDI 75%
het enige afsnijpunt waarboven hogere RDI geassocieerd was met betere
ziektespecifieke overleving (HR 2,64; 95%-bti 1,09-6,38) en betere OS (HR 2,39;
95%-bti 1,04-5,51).
De
onderzoekers concluderen dat hogere RDI van chemotherapie geassocieerd is met
betere uitkomsten voor patiënten met ER+/PR+/HER2- mammacarcinoom en TNBC. Voor
het realiseren van optimale uitkomsten dient de RDI tenminste 85% te zijn voor patiënten
met ER+/PR+/HER2- ziekte en tenminste 75% voor patiënten met TNBC.
1. Zhang L, Yu Q, Wu X et al. Impact of
chemotherapy relative dose intensity on cause-specific and overall survival for
stage I-III breast cancer: ER+/PR+, HER2- vs. triple negative. Breast Cancer
Res Treat 2018; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)