Recente
studie hebben laten zien dat een fractie van EGFR-gemuteerde NSCLCs ook concomitante andere mutaties voor kunnen
komen. Een multicenterstudie in Italië heeft de impact van deze andere mutaties
op de werkzaamheid van EGFR-TKIs onderzocht. Dr. Nicola Normanno (Istituto
Nazionale dei Tumori, Milaan) en collega’s publiceren de studie online in Cancers.1
De studie
includeerde 133 patiënten die tussen juni 2008 en december 2014 eerstelijns
EGFR-TKIs kregen voor EGFR-gemuteerd
NSCLC. Next-generation sequencing
liet zien dat in tumoren van 29 van 133 patiënten (21,8%) concomitante andere mutaties aanwezig waren. De progressievrije overleving van
patiënten met tumoren zonder deze andere mutaties was mediaan 11,3 maanden; de
PFS van patiënten met tumoren met de concomitante andere mutaties was mediaan 7
maanden (p=0,04). In multivariate analyse was aanwezigheid van deze mutaties
onafhankelijk significant geassocieerd met PFS (HR 1,63; p=0,035).
De
onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat in een subgroep van EGFR-gemuteerde NSCLCs concomitante
andere mutaties voorkomen, met een ongunstige impact op de werkzaamheid van
eerstelijns EGFR-TKIs.
1.Rachiglio AM, Fenizia F, Piccirillo
MC et al. The presence of concomitant mutations affects the activity of EGFR
tyrosine kinase inhibitors in EGFR-mutant non-small cell lung cancer patients.
Cancers 2019;11030341
Summary: A multicenter study in Italy found concomitant other mutations in tumors
of 21.8% of patients with EGFR-mutated
NSCLC who were receiving first-line therapy with EGFR-TKIs. Presence of
concomitant other mutations was associated with worse PFS (HR 1.63; p=0.035).
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)