Oudere
patiënten met gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom vormen een hoog-risico
populatie, vooral na progressie op eerstelijns therapie. Onder oudere patiënten
die tweedelijnstherapie krijgen kunnen behandelings-gerelateerde toxiciteiten
substantiële impact hebben op de uitkomsten. Dr. Hossein Borghaei (Fox Chase
Cancer Center, Philadelphia PA) en collega’s hebben een analyse uitgevoerd van
de impact van ernstige bijwerkingen (SAE; gedefinieerd als bijwerkingen die
hospitalisatie vereisten) op de overall
survival en kosten van tweedelijns behandeling voor gevorderd NSCLC in
patiënten in de leeftijd van 65 jaar en ouder. Ze publiceren de analyse online in Lung Cancer.1
In de
SEER-Medicare database identificeerden de onderzoekers 3967 oudere patiënten
die tussen begin 2007 en eind 2011 begonnen met tweedelijns chemo- of gerichte
therapie voor gevorderd NSCLC. Onder deze patiënten waren er 1624 (41%) met
tenminste één SAE, waarvan hypertensie, anemie, en pneumonie de
meest-gerapporteerde waren. Tussen de groepen met en zonder SAE waren er geen
significante verschillen in demografie of ziektekenmerken bij diagnose.
Patiënten met SAE hadden bij de start van de tweedelijns therapie wel meer
comorbiditeiten. De mediane OS was korter in patiënten met versus zonder SAE (6
versus 11 maanden). In multivariate analyse hadden patiënten met versus zonder
SAE een meer dan verdubbelde mortaliteit (HR 2,31; 95%-bti 2,16-2,47). De
kosten voor gezondheidszorg waren hoger in patiënten met dan in patiënten
zonder SAE (gemiddeld $ 16.135 versus $ 7.559 per patiënt per maand).
De
onderzoekers concluderen dat SAE in patiënten die tweedelijns behandeling
krijgen voor gevorderd NSCLC geassocieerd zijn met kortere overleving en hogere
kosten.
1.Borghaei H, Yim YM, Guerin A et al.
Severe adverse events impact overall survival and costs in elderly patients
with advanced non-small lung cancer on second-line therapy. Lung Cancer 2018;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)