Hormonale factoren en reproductiegeschiedenis zijn geassocieerd met het risico van verscheidene hematologische maligniteiten. Hun rol in myeloproliferatieve neoplasmen (MPN) is echter niet duidelijk, schrijven prof. James Cerhan (Mayo Clinic, Rochester MN) en collega’s in een publicatie die online is in Cancer Epidemiology, Biomarkers & Prevention.¹ In de publicatie presenteren ze uitkomsten van een cohortstudie van MPN in 28.659 postmenopauzale vrouwen.

Tijdens 250.000 persoonsjaren follow-up werden in het cohort 257 MPN-patiënten geïdentificeerd, onder wie 172 met essentiële trombocythemie (ET) en 64 met polycythemia vera (PV). Ooit-gebruik van hormoontherapie was geassocieerd met verhoogd risico van ET (RR 1,63; 95%-bti 1,19-2,23) en een verlaagd risico van PV (RR 0,58; 95%-bti 0,34-0,98). Ooit-gebruik van orale contraceptiva was niet significant geassocieerd met het risico van MPN of van subtypen. Reproductieve factoren waren ook niet geassocieerd met het risico. Bilaterale oöforectomie was geassocieerd met verhoogd risico van ET (RR 1,58; 95%-bti 1,11-1,25) en verlaagd risico van PV (RR 0,32; 95%-bti 0,12-0,88). Het ET-risico was niet geassocieerd met het aantal jaren ovulatiegeschiedenis van de deelneemsters, maar het PV risico wel (RR 1,68 voor meer dan 36,8 vergeleken met minder dan 27,7 ovulatory years).

De onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat er verschillende mechanistische invloeden van oestrogeen, en mogelijk ook onderscheiden etiologieën, zijn voor de twee belangrijkste MPN-subtypen.

1.Leal AD, Thomspon CA, Wang AH et al. Hormonal and reproductive factors and risk of myeloproliferative neoplasms in postmenopauzal women. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2015; epub ahead of print