Prof. Seok
Mo Kim (Chonnam National University, Gwangju, Zuid-Korea) en collega’s hebben een
studie uitgevoerd van de impact van HPV-genotype op het vijf-jaars risico van
progressie naar CIN2+ in vrouwen met atypical
squamous cells of undetermined significance (ASC-US). Ze
publiceren de studie online in Gynecologic Oncology.1
Deelneemsters aan de studie waren 2172 vrouwen met histologisch negatief ASC-US
en 708 vrouwen met CIN1 ASC-US, die tussen januari 2002 en september 2010
werden gezien in het ziekenhuis van de Chonnam Universiteit.
Bij inclusie
in de studie werd de HR-HPV-status bepaald met de hybrid capture II assay
(positief in 1509 deelneemsters) en de HPV DNA chip test (positief in 1563
deelneemsters; concordantie tussen beide testen 97,4%) waarmee ook het
HPV-genotype werd bepaald. Tijdens vijf jaar follow-up werd CIN2+ gezien in 190
deelneemsters (6,6%). De vijf-jaars cumulatieve incidentie van CIN2+ was 16,7%
onder vrouwen met positiviteit voor HPV16; 15,1% voor HPV-31; 12,6% voor
HPV-52; en 12,9% voor HPV-58. In multivariate analyse was positiviteit voor
HPV-16 (HR 2,43; p<0,01), HPV-31 (HR 2,34; p<0,01), HPV-52 (HR 1,59; p=0,03),
en HPV-58 (HR 1,65; p<0,01) vergeleken met negativiteit geassocieerd met
significant verhoogd risico van ontwikkeling van CIN2+.
De
onderzoekers concluderen dat onder vrouwen met ASC-US positiviteit voor HPV-16,
HPV-31, HPV-52, of HPV-58 geassocieerd was met verhoogd risico van ontwikkeling
van CIN2+; deze vrouwen zijn wellicht kandidaat voor intensieve follow-up.
1.Kang WD, Ju UC, Kim SM. Is human
papillomavirus genotype important in predicting disease progression in women
with biopsy-proven negative or CIN1 of atypical squamous cell of undertermined
significance (ASC-US) cytology? Gynecol Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)