Er is geen consensus over de klinische relevantie van lymfeklier-micrometastasen of geïsoleerde tumorcellen (ITCs) in mammacarcinoom. De prospectieve Swedish Multicenter Cohort Study liet na mediaan 52 maanden follow-up slechtere ziektespecifieke en gebeurtenisvrije overleving zien in patiënten met micrometastasen vergeleken met kliernegatieve patiënten, maar geen verschil tussen beide groepen in overall survival. Dr. Yvette Andersson (Västmanland Ziekenhuis, Västeras) en collega’s publiceren nu online in Breast Cancer Research and Treatment lange-termijn overlevingsdata in het cohort.¹

Tussen september 2000 en januari 2004 includeerde de studie 3355 patiënten die allen schildwachtklierbiopsie ondergingen. Er waren 2372 kliernegatieve patiënten (N0), 113 patiënten met ITCs, 123 patiënten met micrometastasen, en 747 patiënten met macrometastasen. Na mediaan 156 maanden follow-up waren tien-jaars ziektespecifieke en overall survival significant lager in de groep met micrometastasen dan in de N0-groep (84,7% versus 93,5%; p=0,001; en 75,5% versus 84,2%; p=0,046). In de groep met macrometastasen waren de corresponderende percentages 82,8% en 74,3%. Alleen onder patiënten jonger dan vijftig jaar waren ziektespecifieke en overall survival significant slechter in de groep met ITCs dan in de N0-groep. Patiënten met micrometastasen kregen minder frequent chemotherapie dan patiënten met macrometastasen (24,4% versus 53,9%).

De onderzoekers concluderen dat lymfeklier-micrometastasen prognostische betekenis hebben. In deze studie was de overleving van patiënten met micrometastasen vergelijkbaar met die van patiënten met macrometastasen, mogelijk vanwege onderbehandeling van de patiënten met micrometastasen.

1. Andersson Y, Bergkvist L, Frisell J, de Boniface J. Long-term breast cancer survival in relation to the metastatic tumor burden in axillary lymph nodes. Breast Cancer Res Treat 2018; epub ahead of print