Radiotherapie
is de gebruikelijke behandeling voor medulloblastomen in kinderen. Recente
verfijningen van deze behandeling hebben geleid tot verbetering van de
overleving. RT heeft echter ook aanzienlijke impact op het zich ontwikkelende
brein, waaronder geringer volume van de hippocampus en verstoring van de
neurogenese. Het is denkbaar dat deze abnormaliteiten bijdragen aan
neurocognitieve stoornis in deze populatie. Dr. Melanie Sekeres (The Hospital
for Sick Children, Toronto) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de
impact van RT voor posterior fossa tumoren (PFT) in kinderen op het
autobiografisch geheugen. Ze publiceren de studie online in het Journal of
Neuroscience.1De studie includeerde 13 overlevers (leeftijd 7 tot 18 jaar) meer dan een jaar na RT en chemotherapie voor PFT, en 28 controlekinderen in dezelfde leeftijd. De deelnemers ondergingen MRI van de hersenen en beantwoordden het Childrens Autobiographical Interview, een gestandaardiseerde geheugentest. Er waren geen verschillen tussen beide groepen in herinneringen aan gebeurtenissen die de deelnemers voor de behandeling hadden meegemaakt, of voor de controlepersonen gebeurtenissen die even lang geleden hadden plaatsgevonden (remote autobiographic memory), maar het recente autobiografische geheugen was significant slechter in de patiënten dan in de controlepersonen. Dit verlies van episodische details ging gepaard met geringer volume van de hippocampus.
De onderzoeker concluderen dat RT voor PFT in kinderen het vermogen vermindert tot het vormen van nieuwe autobiografische herinneringen, maar pre-treatment verkregen autobiografische herinneringen spaart.
1.Sekeres MJ, Riggs L, Decker A et al. Impaired recent, but preserved remote, autobiographical memory in pediatric brain tumor patients. J Neuroscience 2018; epub ahead of print
Summary: A study in Canada showed that cranial radiotherapy for pediatric posterior fossa tumors impairs the ability to form new autobiographic memories, but spares pre-operatively acquired autobiographic memories.
