Er is geen
duidelijkheid over de invloed van mutaties in genen van de EGFR-route op de
uitkomsten van preoperatieve cetuximab-bevattende chemoradiotherapie (CRT) voor
rectumcarcinoom. De prospectieve fase 2-studie EXCITE onderzocht de waarde van
preoperatieve CRTin patiënten met MRI-gedefinieerd
niet-metastatisch rectumcarcinoom in het chirurgische-resectievlak. Dr. Simon Gollins (The North Wales
Cancer Treatment Centre, Glan Clwyd) en collega’s publiceren de studie online in het British Journal of
Cancer.1
De patiënten
(n=82) kregen pelvische radiotherapie met concurrent capecitabine, irinotecan,
en cetuximab. Acht weken na de CRT ondergingen ze resectie (n=76). In het
pre-treatment biopt en het resectiespecimen werd aanwezigheid onderzocht van
mutaties in KRAS, NRAS, PIK3CA, en BRAF. Het primaire eindpunt van de studie
was R0-resectie. Deze werd bereikt in 67 patiënten (82%). Vierentwintig
patiënten (30%) hadden excellent clinical
or pathological response (ECPR).
In 24 van 52
patiënten werden discrepanties in mutaties gezien tussen het biopt en het
resectiespecimen: tien patiënten kregen tezamen dertien nieuwe mutaties in het
resectiespecimen vergeleken met het biopt (12 KRAS, 1 PIK3CA), en achttien
patiënten verloren tweeëntwintig mutaties (15 KRAS, 7 PIK3CA). Tumoren
met alleen RAS-wildtype hadden
significant hogere ECPR (48%) dan tumoren met RAS-mutaties in hetzij het biopt of het resectiespecimen (20%;
p=0,008), met een trend van betere progressievrije overleving (p=0,079) en betere overall survival (p=0,055).
De
onderzoekers concluderen dat het regime feasible
was, en dat de studie de klinische relevantie illustreert van verschijnen van
nieuwe resectiemutaties.
1. Gollins S, West N, Sebag-Montefiore D et al.
Preoperative chemoradiation with capecitabine, irinotecan and cetuximab in rectal
cancer: significanc of pre-treatment and post-resection RAS-mutations. Br. J
Cancer 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)