Anne Kuijer (Diakonessenhuis Utrecht) en collega’s hebben onderzocht of
sociaal-economische status (SES) en etniciteit van patiënten met vroeg-stadium
mammacarcinoom in Nederland impact hebben op de adherentie aan de aanbevelingen
voor adjuvante systemische behandeling (AST). Ze publiceren de studie online in Annals of
Oncology.1 De studie is gebaseerd op NKR-gegevens van alle
vrouwelijke patiënten die tussen begin 2005 en eind 2014 chirurgie ondergingen
voor primair unifocaal vroeg-stadium mammacarcinoom.
De analyse heeft betrekking op 104.201 patiënten. Van deze vrouwen kreeg
4% chemotherapie (CT) en 13% endocriene therapie (ET) zonder indicatie volgens
de aanbevelingen (‘overbehandeling’) terwijl 39% respectievelijk 14% van de
patiënten met indicatie geen CT respectievelijk ET kreeg (‘onderbehandeling’).
Patiënten met medium respectievelijk lage SES hadden een 1% respectievelijk 1%
hogere waarschijnlijkheid van CT-onderbehandeling en een 15% respectievelijk
33% lagere waarschijnlijkheid van CT-overbehandeling vergeleken met patiënten
met hoge SES (RR van CT-gebruik 0,94; 95%-bti 0,92-0,96 voor medium SES versus
hoge SES en 0,85; 95%-bti 0,83-0,87 voor lage SES versus hoge SES). Er was geen
associatie tussen SES en adherentie aan de ET-aanbevelingen, en er waren
evenmin associaties tussen etniciteit en adherentie aan de CT-of ET-aanbevelingen.
De onderzoekers concluderen dat ze in Nederland geringe
SES-dispariteiten en geen etnische dispariteiten in AST-richtlijnadherentie
hebben waargenomen
1.Kuijer A, Verloop J, Visser O et al. The influence of socio-economic status and
ethnicity on adjuvant systemic treatment guideline adherence for early stage
breast cancer in the Netherlands. Ann Oncol 2017; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)