Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Impact van systemische behandeling op PFS na IFRT voor stadium I-II laaggradig folliculair lymfoom

(0)2016-09-26 15:06   ( Nieuws )

Tags

FL  

Prof. Michael MacManusInvolved Field Radiation Therapy (IFRT) is potentieel curatief in stadium I-II laaggradig folliculair lymfoom maar in meer dan 50% van de patiënten wordt uiteindelijk recidief gezien, voornamelijk buiten de RT-velden. Prof. Michael MacManus (Peter MacCallum Cancer Centre, Melbourne) en collega’s hebben een multinationale gerandomiseerde studie uitgevoerd van de impact van systemische behandeling op de progressievrije overleving in deze setting. MacManus presenteert de uitkomsten van de studie op de 58eAnnual Meeting van de American Society for Radiation Oncology in Boston (25-28 september).1

De studie werd uitgevoerd in Australië, Canada, en Nieuw-Zeeland. Tussen februari 2000 en juli 2012 werden 150 patiënten geïncludeerd; 75% had stadium I, de mediane leeftijd was 57 jaar, 52% was man, en 8% had een ENS (extranodal site). De patiënten werden gerandomiseerd naar alleen IFRT (arm A, n=75) of IFRT gevolgd door systemische behandeling (arm B, n=75). De systemische behandeling bestond uit zes cycli cyclofosfamide, vincristine en prednisolon (CVP), en na verandering van het protocol in 2006 uit zes cycli CVP plus rituximab (R-CVP). In arm B kregen 44 patiënten CVP en 31 patiënten R-CVP.

De mediane follow-up was 9,6 jaar (range 3,1 tot 15,8 jaar). De PFS was significant beter in arm B dan in arm A (HR 0,57; p=0,033). Binnen arm B was de PFS na R-CVP significant beter dan na CVP (HR 0,26; p=0,045). Andere factoren die geassocieerd waren met superieure PFS waren ENS (p=0,02) en minder betrokken nodale regio’s (p=0,047). Transformatie naar hooggradig lymfoom werd gezien in tien patiënten in arm A versus vier patiënten in arm B. In arm B werd significant meer graad 3 en hoger toxiciteit gezien dan in arm A. Tien patiënten overleden in arm A versus vijf in arm B, maar de overall survival is nog niet statistisch significant verschillend (tien-jaars OS 87% versus 95%; p=0,4).

De onderzoekers concluderen dat systemische therapie met CVP of R-CVP na IFRT geassocieerd was met verbeterde PFS vergeleken met alleen IFRT.

1.MacManus MP et al. ASTRO Annual Meeting 2016; abstr. LBA4 

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren