Neuro-endocriene
tumoren (NETs) vormen een groep heterogene maligniteiten die ontstaan in het
maag-darmkanaal en het bronchopulmonaire systeem. Een analyse van de
SEER-database heeft incidentie en voorspellers van tweede primaire
maligniteiten (SPCs) en patiënten met NETs onderzocht. Dr. Julie Hallet (Sunnybrook Health Sciences
Centre, Toronto) en collega’s publiceren de analyse in JAMA Oncology.1
In de
SEER-database over de periode van begin 2000 tot eind 2016 identificeerden de
onderzoekers 58.596 volwassen patiënten met primaire invasieve GI-, pancreas-,
of long-NETs. In 4612 patiënten (7,9%) werd ontwikkeling van een SPC gezien,
mediaan 40 maanden (IQR 17-77) na de NET-diagnose. De vijf-jaars cumulatieve
incidentie van SPCs was 5,4% onder alle NET-patiënten; 5,9% onder patiënten met
GI-NETs; 3,8% onder patiënten met pancreas-NETs; en 4,8% onder patiënten met
long-NETs. Voorspellers van SPCs onder NET-patiënten waren hogere leeftijd
(versus 20-30 jaar SHR 2,63 voor 40-50 jaar en SHR 5,71 voor 60-70 jaar) en
zwart ras (versus blank SHR 1,10; p=0,02), terwijl vrouwelijk geslacht, hogere
NET-graad, en hoger stadium invers geassocieerd waren met het SPC-risico.
De
onderzoekers concluderen dat patiënten met een NET-diagnose een verhoogd
SPC-risico hadden: na vijf jaar werden per 100 NET-patiënten 5 SPCs gezien,
overeenkomend met 35% meer patiënten dan verwacht in de algemene bevolking.
1.Bateni S, Coburn NG, Law CHL et al. Incidence
and predictors of second primary cancers in patients with neuroendocrine
tumors. JAMA Oncol 2021.4531
Summary: Analysis of the SEER database found
an increased risk of second primary cancers after a neuroendocrine tumor
diagnosis. At 5 years, for every 100 patients with NET, 5 were diagnosed with
an SPC, representing 35% more cases than expected in the general population. Predictors
of SPCs in NET patients were higher age, male sex, and black race.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)