Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Kenmerken van respons op platina van PDAC in patiënten met kiemlijn BRCA1-, BRCA2-, of PALB2-mutatie


Dr. Kim ReissIn retrospectieve studies is een overlevingsprofijt gezien van platina-gebaseerde chemotherapie voor pancreas ductaal adenocarcinoom in patiënten met BRCA1-, BRCA2-, of PALB2-mutatie (‘mut-positive PDAC’). De objective response rate (ORR) en de real-world progressievrije overleving (rwPFS) die met deze behandeling worden bereikt zijn echter niet duidelijk. Een studie van de Perelman School of Medicine van de University of Pennsylvania (Philadelphia) is uitgevoerd om meer duidelijkheid te scheppen. Dr. Kim Reiss en collega’s publiceren de studie online in het British Journal of Cancer.1



De studie includeerde 26 patiënten die platina-gebaseerde therapie kregen voor gevorderd-stadium mut-positive PDAC, en 52 voor leeftijd, ras, en geslacht gematchte platina-behandelde PDAC-patiënten zonder de kiemlijnmutaties. De RECIST v1.1 responsen op de behandeling werden bepaald met blinded radiology review. De ORR in de mut-positive patiënten was 58%, vergeleken met 21% in de controlegroep (p=0,0022). Onder de mut-positive patiënten was er geen verschil in ORR tussen verschillende platina-gebaseerde regimes (p=0,814), terwijl in de controlegroep alleen responsen werden gezien op FOLFIRINOX. De mediane rwPFS was 10,1 maanden in de mut-positive groep versus 6,9 maanden in de controlegroep (HR 0,43; p=0,0068).

De onderzoekers concluderen dat platina-gebaseerde therapie voor PDAC resulteerde in hogere respons en langere mediane rwPFS in mut-positive patiënten dan in patiënten zonder de kiemlijnmutaties.

1.Wattenberg MW, Asch D, Yu S et al. Platinum response characteristics of patients with pancreatic ductal adenocarcinoma and a germline BRCA1, BRCA2 or PALB2 mutation. Br J Cancer 2019; epub ahead of print

Summary: A study at Perelman School of Medicine (Philadelphia, PA) found that platinum-based therapy for PDAC resulted in higher ORR (58% versus 21%) and longer median PFS (10,1 months versus 6,9 months) in patients with germline BRCA1, BRCA2, or PALB2 mutations compared to patients without these germline mutations.

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren