Lange-termijn overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd (CCSs) zouden een verhoogd risico van neurocognitieve stoornis kunnen hebben. Een cohortstudie van volwassen CCSs in de Childhood Cancer Survivor Study met hun siblings als controlegroep heeft deze hypothese getoetst, en risicofactoren geïdentificeerd. Dr. Nicholas Phillips (St. Jude Children’s Research Hospital, Memphis TN) en collega’s publiceren de studie in JAMA Network Open.¹

De studie includeerde 2375 CCSs en 232 siblings. De onderzoekers identificeerden de prevalentie van neurocognitieve stoornis die niet aanwezig was bij inclusie in de analyse (gemiddeld 23,4 jaar na de diagnose) maar wel bij follow-up (gemiddeld 35,0 jaar na diagnose). Vergeleken met de siblings had een hoger percentage van de CCSs new-onset geheugenstoornis (siblings: 7,8%; ALL-overlevers die chemotherapie gekregen hadden: 14,0%; ALL-overlevers die craniële bestraling gekregen hadden: 25,8%; overlevers van CNS-tumoren: 34,7%; en overlevers van Hodgkin lymfoom: 16,6%). New-onset geheugenstoornis in overlevers van CNS-tumoren was geassocieerd met craniële bestraling (RR 1,97; 95%-bti 1,33-2,90) en in ALL-overlevers die geen craniële bestraling hadden gekregen met alkylerende chemotherapie 8000 mg/m² of meer (2,80; 1,28-6,12). Roken, laag opleidingsniveau, en lage fysieke activiteit waren geassocieerd met verhoogd risico van new-onset geheugenstoornis.

De onderzoekers concluderen dat de analyse suggereert dat volwassen CCSs een verhoogd risico hebben van late-onset geheugenstoornis.

1.Phillips NS, Stratton KL, Williams AM et al. Late-onset cognitive impairment and modifiable risk factors in adult childhood cancer survivors. JAMA Network Open 2023;6:e2316077

Summary: In a cohort study of 2375 adult survivors of childhood cancer and their sibling controls, new-onset memory impairment emerged more often in survivors decades after cancer diagnosis and treatment. The increased risk was associated with cancer treatment, modifiable health behaviors, and chronic health conditions.