De retrospectieve includeerde 605 vrouwen die tenminste twee jaar voor inclusie waren behandeld voor mammacarcinoom stadium 0 tot III. De mediane leeftijd was zestig jaar, en het mediane interval tussen diagnose en inclusie was 6,3 jaar. Alle patiënten hadden chirurgie ondergaan, en 62% had chemotherapie gekregen. Van de patiënten rapporteerde 27% symptomen van PN. Factoren die in univariate analyse geassocieerd waren met hoger risico van PN waren obesitas, stadiu II en III ziekte, mastectomie, geschiedenis van PN voor de diagnose mammacarcinoom, en taxaan-chemotherapie (p<0,05 voor alle associaties). Factoren die in univariate analyse geassocieerd waren met lager risico van PN waren oudere leeftijd, fysieke inspanning, ER-positieve ziekte, en endocriene therapie.
In multivariate analyse waren behandeling met docetaxel (OR 2,18; 95%-bti 1,22-3,88) of paclitaxel (OR 4,07; 95%-bti 2,54-6,50) en PN-symptomen voorafgaand aan de diagnose (OR 3,28; 95%-bti 1,49-7,21) geassocieerd met hoger risico van PN. Lange-termijn PN-symptomen werden gerapporteerd door 17% van patiënten die geen chemotherapie hadden gekregen, 20% van patiënten die niet-taxaan chemotherapie hadden gekregen, 31% van patiënten die waren behandeld met docetaxel en 44% van patiënten die waren behandeld met paclitaxel.
De onderzoekers concluderen dat lange-termijn PN-symptomen worden gerapporteerd door een ‘significante minderheid’ van overlevers van mammacarcinoom, vooral door patiënten die met docetaxel en paclitaxel zijn behandeld.
1. Ali MM, Moeller M, Rybicki L, Moore HCF. Long-term peripheral neuropathy symptoms in breast cancer survivors. Breast Cancer Res Treat 2017; epub ahead of print
