Een studie in Wales heeft de impact van roken ten tijde van de diagnose niet-kleinceillig en van stoppen met roken op de één-jaars overleving onderzocht. Prof. Keir Lewis (Swansea University) en collega’s publiceren de studie online in Lung Cancer.¹ De studie volgde 1124 patiënten van 28 eerste- en tweedelijns centra tot een jaar na de diagnose of tot overlijden. De rookstatus werd bepaald bij de diagnose en bij elk follow-up bezoek. Rokende patiënten kregen stoppen-met-roken behandelingen aangeboden.

Een derde van de patiënten rapporteerde op het moment van diagnose roker te zijn. Een jaar na de diagnose was 77% van de nooit-rokers, 60% van de ex-rokers, en 57% van de current smokers in leven (p=0,01). Na correctie voor leeftijd, stadium, ECOG performance status, behandeling en geslacht was het risico van overlijden binnen een jaar hoger in ex-rokers (aHR 1,96; 95%-bti 1,16-2,31) en current smokers (aHR 2,04; 95%-bti 1,19-3,48) vergeleken met nooit-rokers. Binnen drie maanden na de diagnose was 23% van de rokende patiënten gestopt met roken. Een jaar na de diagnose was 69% van de gestopten in leven versus 53% van de patiënten die doorgingen met roken (p<0,01). Na correctie was het risico van overlijden binnen een jaar een kwart lager onder de patiënten die gestopt waren (aHR 0,75) hoewel dit verschil niet statistisch significant was (p=0,23).

De onderzoekers concluderen dat ongeveer één op de drie NSCLC-patiënten roker was ten tijde van de diagnose, en dat stoppen met roken binnen drie maanden geassocieerd was met niet-statistisch significante maar mogelijk wel klinisch relevante overlevingswinst.

1.Gemine RE, Ghosal R, Collier G et al. Longitudinal study to assess impact of smoking at diagnosis and quitting on 1-year survival for people with non-small cell lung cancer. Lung Cancer 2018; epub ahead of print

Summary: A multicenter study in Wales found that a third of NSCLC patients were smokers at the time of diagnosis. Quitting smoking within three months of diagnosis was associated with improved 1-year survival (69% versus 53%; p<0.01; after adjusting aHR=0.75; p=0.23).