Verreweg de
meeste ziekenhuizen en kankerregistraties verzamelen geen gegevens over
seksuele oriëntatie en geslachtsidentititeit van de patiënten. Er is daarom
weinig informatie beschikbaar over de kwaliteit van behandeling van
mammacarcinoom onder patiënten uit sex
and gender minority (SGM) groepen. Een retrospectieve patiënt-controlestudie
van Stanford University (CA) heeft diagnose, behandeling, en uitkomsten van
mammacarcinoom in SGM-patiënten vergeleken met die onder cisgender
heterosexuele patiënten. Dr. Erik Eckhert en collega’s publiceren de studie in JAMA Oncology.1
De studie
includeerde 92 patiënten uit SGM-groepen (74 lesbiënne, 12 biseksueel, 6
transgender) met een mediane leeftijd bij de diagnose mammacarcinoom 49 jaar
(IQR 43-56), en 92 voor leeftijd, jaar van diagnose, tumorstadium , ER-status,
en HER2-status gematchte cisgender heteroseksuele patiënten. Vergeleken met de
cisgender heteroseksuele patiënten hadden de patiënten uit de SGM-groepen
langer interval tussen eerste symptomen en diagnose (mediaan 34 versus 64
dagen; multivariate aHR 0,65; p=0,04), hogere waarschijnlijkheid van weigeren
van door de oncoloog aanbevolen behandelingsmodaliteit (multivariate aOR 2,27;
p=0,03), en hogere waarschijnlijkheid van recidief (multivariate aHR 3,07;
p=0,001).
De
onderzoekers concluderen dat onder patiënten met mammacarcinoom de patiënten
uit SGM-groepen latere diagnose en hogere waarschijnlijkheid van recidief
hadden dan cisgender heteroseksuele patiënten.
1.Eckhert
E, Lansinger O, Ritter V et al. Breast
cancer diagnosis, treatment, and outcomes of patients from sex and gender
minority groups. JAMA Oncol 2023; epub ahead of print
Summary: A retrospective case-control study at Stanford University (CA)
investigated breast cancer treatment and outcomes in SGM patients compared with
cisgender heterosexual patients. The patients from the SGM groups experienced
delayed diagnosis, with faster recurrence at a 3-fold higher rate.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)