Onder
patiënten met AML is complete remissie (CR) voorafgaand aan allogene hematopoïetische
transplantatie (alloHCT) een gunstige risicofactor. Het is echter niet
duidelijk of patiënten met recidiverende of refractaire (R/R) AML profijt hebben van een poging om met
intensieve chemotherapie (CT) CR te induceren voorafgaand aan alloHCT. De
multicenter fase 3-studie ASAP in Duitsland heeft de waarde van salvage CT voor
alloHCT onderzocht. Prof. Johannes Schetelig (Universiteit van Dresden)
presenteerde de studie gisteren op de Annual Meeting
van ASH in New Orleans.1
De studie
includeerde 272 patiënten met R/R AML, die werden gerandomiseerd naar remission induction strategy (RIST;
n=134) of disease control (DISC;
n=138) gevolgd door alloHCT. De figuur laat resultaten van de studie zien. De mediane tijd tot alloHCT was 8
weken in de RIST-groep en 4 weken in de DISC groep. Het primaire eindpunt was
CR op dag 56 na alloHCT. Deze werd bereikt door 81,3% van de patiënten die
eerst salvage CT hadden gekregen versus 84,1% van de patiënten die alloHCT
hadden gekregen zonder eerst een poging tot CR te hebben ondergaan. Er waren
ook geen significante verschillen tussen beide groepen voor overall survival (ongeveer 70% na één
jaar en 50% na drie jaar). Onder de patiënten met CR op dag 56 hadden beide
groepen ook vergelijkbare leukemievrije overleving.
De
onderzoekers concluderen dat de resultaten van de ASAP studie suggereren dat
onder patiënten met R/R AML salvage CT voorafgaand aan alloHCT niet nodig is.
1.Schetelig J et al. ASH Annual Meeting 2022;
abstr. 4
Summary: The
multicenter phase 3 ASAP trial in Germany
found no significant impact of salvage therapy before alloHCT on outcomes
of patients with R/R AML.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)