Adenocarcinoom van de dunne darm (SBA) is een zeldzame maligniteit (1-2% van alle GI-tumoren). Prof. Hiroyuki Okada (Universiteit van Okayama) en collega’s hebben een Japanse multicenterstudie uitgevoerd van kenmerken en uitkomsten van SBA. Ze publiceren de studie online in het British Journal of Cancer.¹ De onderzoekers bestudeerden retrospectief de gegevens van 205 patiënten met een SBA-diagnose tussen juni 2002 en augustus 2013 in elf Japanse centra.

Er waren 149 patiënten (72,7%) met een primaire tumor in het duodenum en 56 patiënten (27,3%) met een primaire tumor in het jejunum/ileum.Van de patiënten met duodenum-SBA waren 64 asymptomatisch (43%); de meeste van deze gevallen werden gedetecteerd door EGD-scopie die niet specifiek werd uitgevoerd voor de detectie of surveillance van duodenumtumoren. Van de patiënten met jejunum/ileum-SBA waren 47 symptomatisch (83,9%). De drie-jaars overleving bedroeg 93% voor patiënten met SBA stadium 0/I, 73% voor stadium II, 51% voor stadium III, en 15% voor stadium IV. Factoren die in multivariate analyse onafhankelijke risicofactoren waren voor slechte overall survival waren slechte performance status, hoog CEA, hoog LDH, laag albumine, symptomen bij diagnose, en stadium III/IV-ziekte. Tien patiënten met stadium IV-ziekte werden behandeld met een combinatie van resectie van de primaire tumor, lokale behandeling van metastase, en chemotherapie. Deze groep had een mediane OS van 36,9 maanden.

De onderzoekers concluderen dat de meeste SBA-patiënten gediagnostiseerd werden met symptomatische gevorderd-stadium ziekte. De prognose van gevorderd SBA was slecht, maar gecombineerde-modaliteitentherapie was geassocieerd met betere OS.

1. Sakae H, Kanzaki H, Nasu J et al. The characteristics and outcomes of small bowel adenocarcinoma: a multicentre retrospective observational study. Br J Cancer 2017; epub ahead of print