Prof. Laura
van ’t Veer (University of California, San Francisco) en collega’s hebben een
studie uitgevoerd van erfelijke dispositie voor maligniteiten in patiënten met
hoog-risico mamma- en ovariumcarcinoom die geen draagster zijn van BRCA1- of BRCA2-kiemlijnmutaties. Ze publiceren de studie online in Breast Cancer Research
and Treatment.1 De studie is uitgevoerd in een cohort van
driehonderd vrouwen die eerder met negatieve uitslag waren getest op BRCA1/2-mutaties, en voldeden aan een
van de drie volgende criteria: 1) persoonlijke geschiedenis van bilateraal
mammacarcinoom; 2) persoonlijke geschiedenis van mammacarcinoom plus
ovariumcarcinoom in een eerste- of tweedegraads verwant; 3) persoonlijke
geschiedenis van ovarium-, oviduct-, of peritoneaal carcinoom. Aan criterium 1)
voldeden 97 patiënten, aan criterium 2) 104, en aan criterium 3) 99.
De vrouwen
ondergingen multigenenpanel-testen voor negentien genen met klinische
relevantie voor mamma- en ovariumcarcinoom. In 26 vrouwen (8,7%) werden tezamen
28 pathogene mutaties gezien in tenminste één van de genen, inclusief drie
pathogene BRCA1-mutaties die niet
waren waargenomen bij eerdere testen. De cumulatieve incidentie van de mutaties
was consistent (8-9%) over de drie verschillende hoog-risicogroepen. Er waren
twee deelneemsters met twee pathogene mutaties.
De
onderzoekers concluderen dat ze onder vrouwen met hoog risico van mamma- of
ovariumcarcinoom met geschiedenis van negatieve testen voor BRCA1/2-mutaties drie groepen hebben
geïdentificeerd die in aanmerking komen voor multigenenpanel-testing.
1.Crawford B, Adams SB, Sittler T et
al. Multi-gene panel testing for hereditary cancer predisposition in unsolved
high-risk breast and ovarian cancer patients. Breast Cancer Res Treat 2017;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)