In de
tumoren van 3 tot 4 procent van de patiënten met NSCLC wordt een splice-site mutatie gezien die
resulteert in verlies van transcriptie van exon 14 van het MET-gen. Tepotinib is een selectieve MET-remmer. De multinationale
fase 2-studie VISION heeft tepotinib in de populatie van de
genoemde patiënten geëvalueerd. De studie wordt gepresenteerd op de virtuele
meeting van ASCO. Dr. Paul
Paik (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en collega’s publiceren
de studie ook online in The New
England Journal of Medicine.1
VISION includeerde
patiënten met gevorderd of metastatisch NSCLC met MET exon 14 skipping mutatie die was gezien in een liquide biopt of
in een weepselbiopt. De patiënten kregen tepotinib 500 mg eenmaal daags. Het
primaire eindpunt was centraal-beoordeelde respons in patiënten die tenminste
negen. maanden gevolgd waren.
Per 1
januari 2020 waren 152 patiënten geïncludeerd onder wie 99 met tenminste negen
maanden follow-up. Respons werd gezien in 46% van deze patiënten (95%-bti
36-57). De mediane duur van respons was 11,1 maanden (7,2-NE). Onder de 66
patiënten met bevestigde mutatie in liquide biopten werd respons gezien in 48%
(36-51) en onder de 60 patiënten in de weefsel-biopsiegroep werd respons gezien
in 50% (37-63); er waren 27 patiënten met bevestigde mutatie in beide typen
biopt. Eerdere behandeling voor gevorderde of metastatische ziekte had geen
invloed op de respons op tepotinib. Graad 3 of hoger adverse events die naar het oordeel van de onderzoekers samenhingen
met tepotinib werden gezien in 28% van de patiënten, inclusief perifeer oedeem
in 7%. Elf procent van de patiënten moest de behandeling discontinueren wegen
AEs. Onder patiënten met beschikbare liquide biopten bij baseline en tijdens
behandeling werd moleculaire respons in cfDNA gezien in 67%.
De
onderzoekers concluderen dat onder patiënten met gevorderd NSCLC met MET exon 14 skipping mutatie gebruik van
tepotinib geassocieerd was met partiële respons in bijna de helft van de
patiënten, en met perifeer oedeem als belangrijkste toxiciteit van graad 3 of
hoger.
1.Paik
PK, Felip E, Veillon R et al. Tepotinib
in non-small-cell lung cancer with MET exonn 14 skipping mutations. N Engl J
Med 2020; epub ahead of print
Summary: The
multinational phase 2 study VISION found partial response to the MET inhibitor tepotinib in about half of the
patients with advanced NSCLC with a MET
exon 14 skipping mutation. Peripheral edema was the main toxic effect of grade
3 or higher.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)