RET-fusie wordt gezien in één tot twee
procent van niet-kleincellige longcarcinomen. De multinationale retrospectieve
RET-MAP studie heeft klinisch-biologische kenmerken en respons op behandeling
van patiënten met deze tumoren geïnventariseerd. Prof. Benjamin Besse (Institut
Gustave Roussy, Villejuif) en collega’s publiceren de studie in het Journal of Thoracic
Oncology.1
De studie
includeerde 218 patiënten van 31 centra, met een diagnose any-stageRET+ NSCLC tussen
februari 2012 en april 2022. De mediane leeftijd was 63 jaar, 56% waren
vrouwen, 93% hadden adenocarcinoom, en 41% waren rokers. De meest-frequente
(72%) fusiepartner was KIF5B. De
mediane tumorbelasting was 2,5 mutaties per megabase (range 1-4) en de mediane
PD-L1 expressie was 10% (range 0-55). De meest-frequente metastaselocaties
waren long (50%), bot (43%), en pleura (40%). Metastasen in het centraal
zenuwstelsel werden gezien bij diagnose gevorderde ziekte in 21% van de
patiënten en bij laatste follow-up of overlijden in 31%. Overall response rate en mediane progressievrije overleving waren
55% en 8,7 maanden met platina-doublet chemotherapie; 26% en 3,6 maanden met single-agent chemotherapie; 36% en 9,6
maanden met chemotherapie plus immuuncheckpointremming (ICI); 23% en 3,1
maanden met ICI; 37% en 3 maanden met multi-TKIs; en 76% en 16,2 maanden met
RET-remmers. De mediane overall survival
was 50,6 maanden onder patiënten die RET-remmer kregen versus 16,3 maanden
onder patiënten die geen RET-remmer kregen p<0,0001).
De
onderzoekers concluderen dat patiënten met RET+
NSCLC vooral metastasen in thorax en bot hadden, met lage TMB en PD-L1
expressie. Behandeling met RET-remmers resulteerde in significante verbetering
van de OS.
1.Aldea M, Marinello A, Duruisseaux M
et al. RET-MAP: an international multi-center study on clinicobiologic features
and treatment response in patients with lung cancer harboring a RET fusion. J
Thorac Oncol 2023; epub ahead of print
Summary: The
multinational retrospective RET-MAP study investigated clinicobiologic features and treatment response of patients
with any-stage RET+ NSCLC. The study
found that patients with RET+ NSCLC
had mainly thoracic and bone disease, and low tumor mutational burden and low
PD-L1 expression. Treatment with RET-inhibitor significantly improved survival,
while immune checkpoint inhibitors were active in selected patients.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)