Behandeling
van neuro-endocriene tumoren (NETs) is een interdisciplinair en dynamisch
onderwerp met veel recente innovaties. De beschikbare therapieën voor NETs zijn
niet head-to-head vergeleken in
gerandomiseerde klinische studies. Om toch een oordeel te kunnen vormen over de
relatieve werkzaamheid van veiligheid van de verschillende opties hebben prof.
Martin Walter (Universiteit van Genève) en collega’s een systematisch
overzicht van de literatuur en netwerk meta-analyse (NMA) uitgevoerd. Ze publiceren hun bevindingen online in JAMA
Oncology.1
Het
systematisch overzicht van de literatuur tot 2 maart 2018 identificeerde 30
RCTs die tenminste twee behandelingen voor NETs vergeleken (tezamen 22
verschillende behandelingen en 3895 patiënten). Zestien van deze studies met
een relatief laag risico van bias voldeden aan de inclusiecriteria van de NMA.
De NMA vond zeven behandelingen voor pancreas-NETs: everolimus (versus placebo PFS-HR
0,35), everolimus plus somatostatine-analoog (SSA, PFS-HR 0,35), everolimus
plus bevacizumab plus SSA (PFS-HR 0,44), interferon (PFS-HR 0,37), interferon
plus SSA (PFS-HR 0,31), sunitinib (PFS-HR 0,42), en SSA (PFS-HR 0,46). Voor
gastro-intestinale NETs werden vijf behandelingen geïdentificeerd: bevacizumab
plus SSA (PFS-HR 0,22), everolimus plus SSA (PFS-HR 0,31), interferon plus SSA
(PFS-HR 0,27), 177Lu-dotatate plus SSA (PFS-HR 0,08), en SSA (PFS-HR
0,40). De veiligheidsprofielen van de behandelingen liepen uiteen.
De
onderzoekers concluderen dat er een range
van werkzame behandelingen is voor NETs, met combinatiebehandelingen als de
meest-werkzame.
1.Kaderli
RM, Spanjol M, Kollár A et al. Therapeutic
options for neuroendocrine tumors. A systematic review and network
meta-analysis. JAMA Oncol 2019; epub ahead of print