Er is geen
consensus over het management van mild- en matig-dysplastische naevi (DN) na
incomplete excisie. Prof. Susan Swetter (Stanford University, CA) en collega’s hebben
een studie uitgevoerd van het lange-termijn risico van melanoom na nieuwe
excisie versus observatie van mild- of matig-DN met positieve histologische
marges. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in JAMA Dermatology.1
Deelnemers
aan de studie waren 498 patiënten (mediaan 57,6 jaar; 90% man) die tussen mei
1991 en juli 2015 incomplete excisie ondergingen van 590 DN. Van deze DNs ondergingen
191 nieuwe excisie, met negatieve marges, en 399 werden geobserveerd. Er waren
follow-up data beschikbaar van 170 DN na re-excisie en 304 na observatie, met
mediane follow-up van 5,5 jaar (SD 4,6 jaar). In de observatiegroep werd vaker
recurrence van naevi gezien dan in de re-excisiegroep (3,3% versus 0%; p=0,02).
Ontwikkeling van melanoom werd gezien in zes van 304 DN na observatie (2,0%) versus
één van 170 DN na re-excisie (0,6%;
p=0,43). Vijf van de zes geobserveerde patiënten die melanoom ontwikkelden
hadden aanvankelijke partiële biopsie ondergaan met aanzienlijke positieve
marges. Er was slechts één patiënt met dun invasief melanoom, en tijdens de
follow-up tot 30 mei 2016 overleed geen van de patiënten. De patiënten
ontwikkelden nieuw primair melanoom op andere lokaties in 9,9% na observatie
versus 9,4% na re-excisie.
De
onderzoekers concluderen dat in patiënten met mild- of matig-DN met
microscopisch positieve marges en geen klinisch residuele laesie observatie een
redelijke managemen-optie is.
1.Fleming
NH, Egbert BM, Kim J, Swetter SM. Reexamining the threshold for reexcision of histologically transected dysplastic
nevi. JAMA Dermatol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)