Het bepalen
van de optimale duur van follow-up van patiënten is van belang voor efficiëntie van de gezondheidszorg. Dit gaat in het bijzonder op voor een groeiende epidemie zoals
HPV-positief orofarynx squameus celcarcinoom
(HPV+OPSCC), schrijven dr. Jimmy Caudell (Moffitt Cancer Center, Tampa
FL) en collega’s in een publicatie die online is in Cancer.1
In de publicatie presenteren ze uitkomsten van een studie van de tijd tot
recidief van de ziekte of late toxiciteit in een cohort van
HPV+OPSCC-patiënten.
Deelnemers
aan de studie waren 232 patiënten die radiotherapie kregen, in de meeste
gevallen (85%) samen met systemische therapie. Het RTOG-0129 risiconiveau van
de patiënten was laag (70%) of intermediair (30%). De patiënten werden in het
eerste jaar na de behandeling iedere drie maanden gezien, in het tweede jaar
iedere vier maanden, en in de jaren drie tot vijf iedere zes maanden. De
mediane follow-up was 33 maanden. De drie-jaars locoregionale controle was 94%,
de drie-jaars distante controle was 91%, en de drie-jaars overall survival was
91%. Late toxiciteit (graad 3 of hoger) werd gezien in 21 patiënten (9%). Van
de gebeurtenissen (toxiciteit en falen) vond 64% plaats in de eerste zes maanden na de behandeling, met een gebeurtenis-incidentie
lager dan 2% bij elke volgende follow-up. Slechts in vier patiënten werd de
eerste gebeurtenis pas na twee jaar gezien.
De
onderzoekers concluderen dat HPV+OPSCC een laag risico van recidief en late
toxiciteit heeft. De uitkomsten suggereren dat het redelijk is de patiënten in
de eerste zes maanden na de behandeling iedere drie maanden te zien, in de
eerste twee jaar vervolgens iedere zes maanden, en daarna eens per jaar.
1.Frakes JM. Naghavi AO, Demetriou SK et al.
Determining optimal follow-up in the management of human papillomavirus-positive
oropharyngeal cancer. Cancer 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)