De MA.27-studie randomiseerde postmenopauzale patiënten met hormoonreceptor-positief vroeg-stadium mammacarcinoom naar adjuvante behandeling met de steroïdale aromataseremmer exemestaan of het niet-steroïdale anastrazol. Er was geen significant verschil tussen beide armen in gebeurtenisvrije overleving (EFS; primair eindpunt) en evenmin in distante-ziektevrije overleving (DDFS). Aromataseremmers verhogen het risico van osteoporose. Prof. Allan Lipton (Penn State University, Hershey PA) en collega’s hebben een analyse uitgevoerd van de impact van osteoporose en van orale osteoporosetherapie (OPT) op de uitkomsten in MA.27. Ze publiceren de analyse online in Cancer.¹

Osteoporose werd gerapporteerd door 654 van 7576 deelneemsters (8,6%) bij aanvang van de behandeling en in totaal door 1294 deelneemsters bij aanvang of tijdens de studie. Gebruik van orale OPT werd gerapporteerd door 815 deelneemsters bij aanvang (10,8%) en in totaal door 2711 deelneemsters (36%). Tijdens follow-up van mediaan 4,1 jaar werden 693 EFS-gebeurtenissen (9,15%) en 321 DDFS-gebeurtenissen (4,2%) gezien. Osteoporose was niet geassocieerd met EFS of DDFS. Er waren weinig EFS-gebeurtenissen voor aanvang van OPT. Gebruik van orale OPT (ja versus nee) was significant geassocieerd met betere EFS (HR 0,67; p<0,001) en DDFS (HR 0,57; p<0,001). Het tijdstip van begin van de OPT was niet geassocieerd met de uitkomsten (EFS p=0,45). Gebruik van orale OPT was niet geassocieerd met incidentie van alleen-viscerale metastase (p=0,31).

De onderzoekers concluderen dat orale OPT in postmenopauzale patiënten die adjuvante aromataseremmer kregen geassocieerd was met betere EFS en DDFS, zonder impact van het tijdstip van initiatie van OPT.

1.Lipton A, Chapman J-AW, Leitzel K et al. Osteoporosis therapy and outcomes for postmenopausal ptients with hormone receptor-positive breast cancer: NCIC CTG MA.27. Cancer 2017; epub ahead of print