Dr. Johannes
Uhlig (UMC Göttingen, Duitsland) en zijn collega’s van Yale University (New
Haven CT) hebben een analyse uitgevoerd van de overleving na thermale ablatie (TA)
vergeleken met stereotactische radiotherapie (SRT) voor stadium I
niet-kleincellig longcarcinoom. Ze publiceren de analyse online in Radiology.1
De analyse is gebaseerd op gegevens uit de National
Cancer Database, van patiënten die behandeld werden tussen begin 2004 en
eind 2013. In de NCDB identificeerden de onderzoekers 28.834 patiënten die aan
de inclusiecriteria voldeden.
Het
TA-cohort bestond uit 1102 patiënten, het SRT-cohort uit 27.732 patiënten. De
TA-patiënten hadden meer comorbiditeiten (Charlson Comorbidity Index 1 32,8%;
CCI 2 en hoger 19,7%) dan de SRT-patiënten (CCI 1 26,9%; CCI 2 en hoger 15,3%;
p<0,001) en kleinere tumoren (gemiddeld TA 19 mm; SRT 22 mm; p<0,001). Na
propensity –score matching was er bij gemiddelde follow-up van 54 maanden geen significant verschil tussen beide cohorten in overall survival: OS na één jaar 85,4% (TA) versus 86,3% (SRT), na
twee jaar 62,5% versus 64,5%, na drie jaar 47,8% versus 45,9%, en na vijf jaar
24,6% versus 26,1%. Niet-geplande hospitalisaties binnen dertig dagen na de
behandeling waren meer frequent in het TA-cohort (3,7%) dan in het SRT-chort
(0,2%: p<0,001).
De
onderzoekers concluderen dat in stadium I NSCLC TA voor het eindpunt OS niet-inferieur
was aan SRT.
1.Uhlig
J, Ludwig JM, Goldberg SB et al. Survival rates after thermal ablation versus stereotactic radiation
therapy for stage 1 non-small cell lung cancer: a National Cancer Database
study. Radiology 2018; epub ahead of print