Onder
patiënten met pancreaticobiliaire maligniteiten (PBCA) is het verkrijgen van
voldoende tumorweefsel voor genomische profilering vaak niet goed mogelijk, en
leveren liquide biopten op basis van plasma soms niet voldoende sensitiviteit.
Een studie in het Centraal Ziekenhuis van Yamanashi (Japan) heeft gal als bron
van circulerend tumor DNA (ctDNA) onder deze patiënten vergeleken met plasma. Prof.
Masao Omata en collega’s publiceren de studie in Cancer.1
De studie
gebruikte een panel van 60 voor PBCA relevante genen voor genomische analyse
van 212 ctDNA-monsters (87 gal-supernatant, 87 gal-precipitaat, 38 plasma) van
87 PBCA-patiënten. De ctDNA-gehalten waren significant lager in plasma dan in
gal (p<0,001). Oncogene mutaties werden geïdentificeerd in 55% van de
galmonsters versus 24% van de plasmamonsters (p=0,005). Gal was significant
meer sensitief dan plasma voor het identificeren van druggable mutaties (p=0,032).
De
onderzoekers concluderen dat onder PBCA-patiënten, gal een bruikbare bron kan
zijn van ctDNA voor genomische profilering.
1.Ohyama H, Hirotsu Y, Amemiya K et
al. Comparison of genomic profiling of circulating tumor DNA in
pancreaticobiliary malignancies in plasma and bile. Cancer 2023; epub ahead of
print
Summary: A study in Japan compared bile versus
plasma as source of ctDNA for genomic profiling. Oncogenic mutations were
identified in 55% of patients in bile versus 24% of patients in plasma
(p=0.005). Bile was significantly more sensitive than plasma for identifying
druggable mutations (p=0.032).
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)