Een analyse
in het cohort van de Childhood Cancer Survivor Study het de prevalentie van
pijn en pijn-interferentie geïnventariseerd in volwassen overlevers van
maligniteiten tijdens de jeugd. Dr. Cynthia Karlson (University of Mississippi,
Jackson) en collega’s publiceren de analyse online in Cancer.1 De analyse includeerde 10.012 overlevers
(48,7% vrouwen; mediane leeftijd 31 jaar; mediane tijd sinds diagnose 23 jaar)
en 3173 van hun siblings. De overlevers waren tussen begin 1970 en eind 1986
gediagnostiseerd.
Matige tot
ernstige pijn werd gerapporteerd door 29%, matige tot ernstige pijn-interferentie
werd gerapporteerd door 20%, en matige tot ernstige recidiverende pijn (episodes
vijf jaar uiteen) door 9%. Recidiverende pijn was geassocieerd met vrouwelijk
geslacht, diagnose van sarcoom of bottumor, en ernstige of levensbedreigende
chronische aandoeningen. Depressie en angst waren geassocieerd met verhoogd
risico van alle pijnuitkomsten. Slechte vitaliteit medieerde de effecten van
angst op pijn en pijn-interferentie.
De
onderzoekers concluderen dat een aanzienlijk percentage van volwassen overlevers
meer dan 20 jaar na de diagnose matige tot ernstige pijn en pijn-interferentie
rapporteerde.
1.Karlson CW, Alberts NM, Liu W et al.
Longitudinal pain and pain interference in long-term survivors of childhood
cancer: a report of the Childhood Cancer Survivor Study. Cancer 2020; epub
ahead of print
Summary: An analysis in the cohort of the
Childhood Cancer Survivors Study found that a large proportion of adult
survivors reported moderate to severe pain and pain interference more than 20
years after the diagnosis.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)