Er is
behoefte aan predictieve markers en prognostische modellen om de behandelingen van
patiënten van recidiverende glioblastoom (GBM) te individualiseren. Prof. Ulrik
Lassen (Rigshospitalet, Kopenhagen) en collega’s hebben een studie uitgevoerd
van klinische factoren die van invloed zijn op de respons en overleving in
recidiverend GBM-patiënten die worden behandeld met bevacizumab en irinotecan.
De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Acta Oncologica.1
Deelnemers
aan de studie waren 219 patiënten. In multivariate analyse had gebruik van
corticosteroïden een negatieve predictieve impact op respons bij eerste
evaluatie (OR 0,45; p=0,03) en bij beste respons (OR 0,51; p=0,056). Er waren
drie significante prognostische factoren geassocieerd met slechtere progressievrije
overleving en overall survival. Deze
factoren werden geïncludeerd in het model voor OS: gebruik van corticosteroïden
(HR 1,70; p=0,004), neurocognitief defect (HR 1,40; p=0,03), en multifocale
ziekte (HR 1,56; p<0,0001). Op basis van deze resultaten stelden de
onderzoekers een prognostische index vast voor de waarschijnlijkheid van
overleving na zes en twaalf maanden in individuele patiënten. De predictieve
waarde van het model werd gevalideerd in een onafhankelijk cohort van 85
patiënten.
De
onderzoekers concluderen dat ze een prognostisch model hebben ontwikkeld en gevalideerd
dat kan worden gebruikt voor de risicostratificatie van patiënten die
bevacizumab en irinotecan krijgen voor recidiverend GBM.
1.Urup T, Hedegaard Dahlrot R, Grunnet K et al.
Development and validation of a prognostic model for recurrent glioblastoma patients
treated with bevacizumab and irinotecan. Acta Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)