Prof.
Andreas Reiter (Universitätsklinikum Mannheim) en collega’s hebben een studie
uitgevoerd van prognostische kenmerken in patiënten met mastocytose. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Leukemia.1 De studie die werd
uitgevoerd in centra in Duitsland, Engeland en Oostenrijk had 41 deelnemers met
indolente en 67 patiënten met gevorderde systemische mastocytose.
In
multivariate analyse van alle 108 patiënten waren met MRI bepaald toegenomen
volume van de milt ≥ 450 ml (HR 5,2; p=0,003) en verhoogde activiteit van
alkalisch fosfatase (AP; HR 5,0; p=0,02) geassocieerd met slechtere overall survival. De drie-jaars OS was
100% onder patiënten zonder de genoemde risicofactoren (laag risico, n=37), 77%
onder patiënten met één risicofactor (intermediair risico, n=32), en 39% onder
patiënten met beide risicofactoren (hoog risico; n=39).
Er waren 60 patiënten
met gevorderde systemische mastocytose en beschikbare klinische en moleculaire
gegevens. In univariate analyse waren voor deze patiënten splenomegalie ≥ 1200
ml, verhoogd AP, en mutaties in het genenpanel SRSF2/ASXL1/RUNX1 (S/A/R) significante prognostische markers. In
multivariate analyse bleven mutaties in S/A/R (HR 3,2; p=0,01) en verhoogd AP
(HR 2,6; p=0,03) significante ongunstige markers voor OS. De drie-jaars OS was
76% onder patiënten met geen of één van deze risicofactoren (intermediair
risico, n=28) en 38% onder patiënten met beide risicofactoren (hoog risico,
n=32).
De
onderzoekers concluderen dat splenomegalie, verhoogd AP, en mutaties in het
S/A/R-genenpanel onafhankelijk van de WHO-klassering prognostische factoren
zijn voor OS in systemische mastocytose.
1.Jawhar
M, Schwaab J, Hausmann D et al. Splenomegaly,
elevated alkaline phosphatase and mutations in the SRSF2/ASXL1/RUNX1 gene panel
are strong adverse prognostic markers in patients with systemic mastocytosis. Leukemia
2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)