
In de NCDB over de periode van 2004 tot en met 2020 identficeerden de onderzoekers 91.505 oudere vrouwen die lumpectomie ondergingen voor ER-positief HER2-negatief, cT1-2, N0 mammacarcinoom; 11,8% kreeg adjuvant alleen RT en 29,5% kreeg adjuvant alleen ET. De mediane duur van follow-up was 67,6 maanden. ET-only patiënten hadden lagere waarschijnlijkheid van een comorbiditeitsscore 0 (75,4% versus 80,8%; p<0,001), hadden grotere tumoren (gemiddeld 1,0 versus 0,9 cm; p<0,001) en hadden lagere waarschijnlijkheid van graad 3 tumoren (7,0% versus 8,4%; p<0,001). Het vijf-jaars overall survival percentage was beter in de RT-only groep dan in de ET-only groep (88,9% versus 85,5%; p<0,0001). In multivariabele analyse was RT-only geassocieerd met betere OS dan ET-only (HR 0,91; 95%-bti 0,85-0,97).
De onderzoekers concluderen dat onder oudere patiënten die lumpectomie ondergingen voor vroeg-stadium ER+/HER- mammacarcinoom, RT-only geassocieerd was met een klein overlevingsvoordeel vergeleken met ET-only; het is niet duidelijk of dit verschil klinisch relevant is.
1.Nierenberg TC, Crowell K-A, Wang T et al. Adjuvant radiation vs endocrine therapy after lumpectomy for early-stage breast cancer in older women: analysis of real-world survival outcomes. Ann Surg Oncol 2025-17532-1