T-cellen die
genetisch gemodificeerd zijn voor het tot expressie brengen van chimerische
antigeenreceptoren (CAR T-cellen) hebben sterke activiteit laten zien in
verschillende B-cel maligniteiten. Voor toediening van de CAR T-cellen wordt
chemotherapie toegediend omdat leukocytendepletie in de ontvanger de
antimaligniteit-werkzaamheid van de T-cellen versterkt, mogelijk door toename
van serum IL-15. Vorig jaar publiceerden dr. James Kochenderfer (National
Cancer Institute, Bethesda MD) en collega’s de werkzaamheid van CAR T-cellen na hoge dosering chemotherapie. Op de ASCO Annual
Meeting komend weekend in Chicago presenteert Kochenderfer een studie die laat
zien dat ook na lage dosering chemotherapie CAR T-cellen remissie kunnen
induceren.1
Deelnemers
aan de studie waren 22 patiënten met verscheidene subtypes diffuus grootcellig
B-cel lymfoom (DLBCL); achttien van deze patiënten hadden chemotherapie-refractaire
ziekte of relapse na autologe stamceltransplantatie . Achttien patiënten kregen
cyclofosfamide chemotherapie 300 mg/m2 eenmaal daags gedurende drie
dagen; vier patiënten kregen cyclofosfamide 500 mg/m2 eenmaal daags
gedurende drie dagen. Voor chemotherapie was het gemiddelde serum IL-15 niveau
4 pg/ml; na chemotherapie 32 pg/ml.
Twee dagen
na voltooiing van de chemotherapie kregen alle patiënten een eenmalige dosis
CAR T-cellen. Van de negentien evalueerbare patiënten hadden acht complete
respons, vijf partiële respons, twee stabiele ziekte, en vier progressieve
ziekte. Onder de patiënten met complete respons was er één met mantelcellymfoom
en twee met folliculair lymfoom. De duur van de responsen liep uiteen van één
maand tot tenminste twintig maanden; bij data-cutoff waren tien responsen ongoing. Tot de bijwerkingen behoorden
neurologische toxiciteit, koorts en hypotensie.
Kochenderfer
concludeert dat anti-CD19 CAR T-cellen remmissie van gevorderd B-cel lymfoom
kunnen induceren na lage-dosering chemotherapie. Hij verwacht dat ‘in de nabije
toekomst’ CAR T-cellen een standaardbehandeling voor lymfoom zullen zijn.
1.Kochenderfer J et al. ASCO Annual
Meeting 2016; abstr. LBA3010
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)