Jiangrong
Wang (Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s hebben een
bevolkingsgebaseerde cohortstudie uitgevoerd van het risico van invasief
cervixcarcinoom na detectie van atypische glandulaire cellen (AGC) tijdens
cervixscreening. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in BMJ.1 Deelneemsters aan de studie waren in Zweden
wonende vrouwen in de leeftijd van 23 tot 60 jaar, die tussen 1 januari 1980 en
1 juli 2011 tenminste eenmaal gescreend waren.
Van de
3.054.328 vrouwen hadden 2.899.968 bij eerste screening normale cytologie. In
14.625 vrouwen werd AGC gezien, in 65.633 hooggradige squameuze
intraepitheliale lesies (HSIL), en in 244.168 laaggradige squameuze
intraepitheliale lesies (LSIL). Tijdens gemiddeld 15,5 jaar follow-up werd
cervixcarcinoom gediagnostiseerd in 1,4% van de AGC-vrouwen, een percentage dat
lager was dan dat onder de HSIL-vrouwen (2,5%) maar hoger dan dat onder de
LSIL-vrouwen (0,2%). Adenocarcinoom maakte 73,2% uit van de prevalente AGC-geassocieerde
gevallen. De incidentie van cervixcarcinoom na AGC was gedurende 15,5 jaar significant
hoger dan na normale cytologie, en gedurende 6,5 jaar significant hoger dan na
HSIL en LSIL. De incidentie en prevalentie van invasief cervixcarcinoom was het
hoogst als AGC werd gezien in vrouwen in de leeftijd van dertig tot veertig
jaar.
De
onderzoekers concluderen dat detectie van AGC tijdens cervixscreening
geassocieerd is met een hoog en persistent risico van cervixcarcinoom, met name
cervix-adenocarcinoom.
1.Wang J, Andrae B, Sundström K et al. Risk of
invasive cervical cancer after atypical glandular cells in cervical screening:
nationwide cohort study. BMJ 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)