Dr. Simone
Hettmer (Universitätsklinikum Freiburg) en collega’s publiceren online in Canceruitkomsten die steun bieden aan de hypothese dat kanker-predisponerende
kiemlijnmutaties minder vaak voorkomen in patiënten met fusiepositieve (F+)
sarcomen dan in patiënten met fusienegatieve (F-) sarcomen, resulterend in een
lager risico van het ontwikkelen van tweede maligne neoplasmen (SMNs).1
De studie is gebaseerd op SEER-database gegevens van 4822 overlevers van F+
sarcomen en 3693 overlevers van F- sarcomen gediagnostiseerd voor de leeftijd
veertig jaar tussen 1992 en 2013.
De
Standardized Incidence Ratio (versus de algemene bevolking) van SMN was 1,86
(95%-bti 1,48-2,30) voor overlevers van F+ sarcomen en 2,89 (95%-bti 2,30-3,59)
voor overlevers van F- sarcomen. De SMN-types die werden gezien verschilden niet significant tussen F+ en F-
overlevers, maar voor any SMN was het
risico consistent hoger in F- overlevers vergeleken met F+ overlevers (adjusted HR 1,38; 95%-bti 1,01-1,89; en competing risk subhazard ratio 1,27;
95%-bti 0,94-1,73). Het verschil was het meest opvallend voor solide tumor SMNs
na indexsarcomen gediagnostiseerd tussen 2002 en 2013, met een meer dan verdubbeld
risico van SMN onder overlevers van F- sarcomen vergeleken met overlevers van
F+ sarcomen.
De
onderzoekers concluderen dat overlevers van F- sarcomen een verhoogd risico van
SMNs hebben vergeleken met overlevers van F+ sarcomen.
1.Lupo PJ, Brown AL, Hettmer S. Second
malignancy risk among pediatric, adolescent, and young adult survivors of
fusion-positive and fusion-negative sarcomas: Results from the SEER database,
1992 through 2012. Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)