Proteïnurie
is een veel-voorkomende bijwerking van VEGF-gerichte medicatie, met name in
metastatisch niercelcarcinoom (mRCC). Dr. Michael Sorich (Flinders Univeristy,
Adelaide) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van risicofactoren voor
proteïnurie in VEGF-behandeld mRCC. Ze publiceren de uitkomsten van de studie online in het British
Journal of Cancer.1
De
onderzoekers voerden een gepoolde analyse uit van 1392 mRCC-patiënten die
deelnamen aan twee fase 3-studies van pazopanib en sunitinib. Any-grade (1 tot en met 4) en graad 3/4-proteïnurie
werd gezien in respectievelijk 15,0% en 3,7% van de patiënten. Significante
onafhankelijke voorspellers van zowel any
grade als graad 3/4-proteïnurie waren Aziatische etniciteit, diabetes, systolische
bloeddruk, vooraf bestaande graad 1-proteïnurie en eerdere nefrectomie.
Proteïnurie, met name graad 3/4, was geassocieerd met betere overall survival.
De
onderzoekers concluderen dat de studie risicofactoren voor proteïnurie in
mRCC-patiënten die pazopanib of sunitinib gebruiken heeft geïdentificeerd.
Ontwikkeling van proteïnurie tijdens de behandeling is een gunstige prognostische
factor.
1.Sorich
MJ, Rowland A, Kichenadasse G et al. Risk factors of proteinuria in renal cell carcinoma patients treated
with CEGF inhibitors: a secondary analysis of pooled clinical trial data. Br. J
Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)