In ongeveer
7% van de patiënten met pancreascarcinoom worden in de tumoren pathogene
mutaties in BRCA1/2 of PALB2 aangetroffen. Deze mutaties gaan
vaak samen met gevoeligheid voor platina-gebaseerde chemotherapie. De met
langdurige chemotherapie samenhangende toxiciteiten leiden tot een behoefte aan
nieuwe behandelingen. Een fase 2-studie van de University of Pennsylvania
(Philadelphia) heeft de waarde onderzocht van rucaparib onderhoudstherapie voor
platina-gevoelig gevorderd pancreascarcinoom met de genoemde pathogene
mutaties. Dr. Kim Reiss Binder presenteerde een interimanalyse van de studie gisteren op de Annual
Meeting van AACR.1
De studie
zal volgens planning 40 patiënten includeren. De nu gepresenteerde analyse
heeft betrekking op de eerste negentien patiënten (zestien vrouwen). Onder deze
patiënten waren er dertien met een kiemlijn BRCA2-mutatie,
drie met kiemlijn BRCA1-mutatie, twee
met kiemlijn PALB2-mutatie, en één
met een somatische BRCA2-mutatie in
de tumor. De mediane leeftijd was 61 jaar (range 35-81).
Na inductie
met mediaan 4 maanden platina-gebaseerde chemotherapie (range 0,5 tot 32
maanden) voor gevorderde ziekte, zonder aanwijzingen voor progressie, kregen de
patiënten onderhoudsbehandeling met rucaparib 600 mg tweemaal daags. Er waren
geen ernstige toxiciteiten. Slechts in
één patiënt moest de dosering worden verlaagd wegens misselijkheid. De mediane
progressievrije overleving was 9,1 maanden gerekend vanaf de start van
rucaparib. Er was één patiënt met complete respons, zes met partiële respons
(ORR 36,8%) en tien met stabiele ziekte gedurende tenminste acht weken (CBR
89,5%). Onder de zeven patiënten met respons waren er vier met kiemlijn BRCA2-mutaties, twee met kiemlijn PALB2-mutaties, en de ene patiënt met
somatische BRCA2-mutatie. Twee
patiënten worden nog steeds behandeld na 13 en 15 maanden.
De
onderzoekers concluderen dat de vroege resultaten van de studie suggereren dat,
na inductie met chemotherapie, onderhoudsbehandeling met single-agent rucaparib resulteerde in bemoedigende ziektecontrole
en minimale toxiciteit.
1.Reiss Binder KA et al. AACR Annual Meeting 2019;
abstr. CT234
Summary: A phase 2 study at the University of
Pennsylvania evaluated maintenance rucaparib after platinum induction for
platinum-sensitive advanced pancreatic cancer with a pathogenic (germline or
somatic) mutation in BRCA1, BRCA2, or PALB2. An interim analysis of the first nineteen patients found
encouraging disease control with minimal toxicity.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)