Prof. Dik
Habbema (Erasmus MC) en collega’s hebben een vergelijkende studie uitgevoerd
van de schade ten gevolge van screening op cervixcarcinoom in de Verenigde
Staten en in Nederland. De studie
is online gepubliceerd in het International
Journal of Cancer.1 De studie is gebaseerd op gegevens van vier
Amerikaanse geïntegreerde gezondheidszorgsystemen (SEARCH), de US National Health Interview Survey, New
Mexico state, het Nederlandse histopathologieregister, en studies van ongunstige
gezondheidseffecten van cervixcarcinoomscreening.
In 2007
werden in de Verenigde Staten 36 miljoen Pap-testen uitgevoerd voor 91 miljoen
vrouwen in de leeftijd van 21 tot en met 65 jaar, resulterend in 2,3 miljoen
abnormale Pap-testen, anderhalf miljoen punchbiopten, 300.000 behandelingen
voor prekankerlaesies, vijfduizend premature geboorten, en meer dan acht
miljoen gevallen van gezondheidsproblemen. De Nederlandse screeningspraktijk
zou hebben geleid tot 58% minder Pap-testen, 64% minder abnormale
testuitkomsten, 75% minder punchbiopten, 40% mnder behandelingen, 60% minder
premature geboorten, en 63% minder gezondheidsproblemen.
De
onderzoekers concluderen dat, vergeleken met de minder intensieve screening in
Nederland, de screening in de Verenigde Staten kan hebben geresulteerd in tot
tweemaal meer schade, terwijl de effecten op incidentie en mortaliteit van
cervixcarcinoom vergelijkbaar zijn.
1.Habbema
D, Weinmann S, Arbyn M et al. Harms
of cervical cancer screening in the United States and the Netherlands. Int J
Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)