Er is
slechts beperkte informatie beschikbaar over de relatieve werkzaamheid van
screening op cervixcarcinoom met alleen HPV-testen vergeleken met cytologie. Dr.
Gina Suzanne Ogilvie (British Columbia Women’s Hospital and Health Centre,
Vancouver) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van detectie van CIN3 of
slechter (CIN3+) tijdens de eerste 48 maanden na alleen primair HPV-testen
(interventie) versus liquid-based
cytology (LBC, controle). Ze publiceren de studie online in JAMA.1
De
onderzoekers voerden een gerandomiseerde klinische studie uit binnen het Cervical Cancer Screening Program in
Canada. De deelneemsters werden gerecruteerd door 224 behandelaars tussen
januari 2008 en mei 2012, met follow-up tot en met december 2016. De
deelneemsters waren vrouwen in de leeftijd van 25 tot en met 65 jaar zonder
geschiedenis van CIN2+ in de vijf jaar voorafgaand aan inclusie, zonder
geschiedenis van invasief cervixcarcinoom, zonder geschiedenis van
hysterectomie, zonder Pap-test in de twaalf maanden voorafgaand aan inclusie,
en zonder immuunsuppressieve therapie. De deelneemsters in de interventiegroep
kregen een HPV-test; vrouwen met negatieve uitslag van de testen kwamen 48
maanden later terug. De deelneemsters in de controlegroep kregen een LBC-test;
vrouwen met een negatieve uitslag kwamen 24 maanden later terug voor een nieuwe
LBC, en kwamen bij opnieuw een negatieve uitslag weer 24 maanden later nogmaals
terug. Na 48 maanden kregen deelneemsters in beide groepen HPV- en LBC- cotest.
Het primaire eindpunt van de studie was cumulatieve incidentie van CIN3+ na 48
maanden. Cumulatieve incidentie van CIN2+ was een secundair eindpunt.
De studie
includeerde 19.009 vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van 45 jaar. De
interventiegroep telde 9552 deelneemsters en de controlegroep 9457. De studie
werd voltooid door 86,9% van de deelneemsters in de interventiegroep en 85,4%
van de deelneemsters in de controlegroep. Onder alle deelneemsters was na 48
maanden die incidentie van CIN3+ 2,3 per 1000 in de interventiegroep versus 5,5
per 1000 in de controlegroep (RR 0,42; 95%-bti 0,25-0,69); en de incidentie van
CIN2+ 5,0 per 1000 in de interventiegroep versus 10,6 per 1000 in de
controlegroep (RR 0,47; 95%-bti 0,34-0,67). Deze figuur vat de studie samen.
De
onderzoekers concluderen dat onder vrouwen die werden gescreend op
cervixcarcinoom het gebruik van primair HPV-testen vergeleken met cytologie
resulteerde in significant lagere waarschijnlijkheid van CIN 3+ na 48 maanden.
1.Ogilvie
GS, van Niekerk D, Krajden M et al. Effect of screening with primary cervical HPV testing vs cytology
testing on high-grade cervical intraepithelial neoplasia at 48 months. The HPV
FOCAL randomized clinical trial. JAMA 2018; epub ahead of print
Summary: A study in Canada showed that among women
undergoing cervical cancer screening, the use of primary HPV-testing compared
with cytology testing resulted in a significantly lower likelihood of CIN3+ at
48 months. This is what JAMA calls
'a visual abstract of the study'.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)