Dr. Olga Husson (Radboudumc) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van het sociaal functioneren van adolescente en jong-volwassen (AYA, leeftijd veertien tot veertig jaar) patiënten tijdens de eerste twee jaar na diagnose van een maligniteit. Ze publiceren de studie vandaag online in Cancer.¹ De studie includeerde 215 AYA-patiënten van vijf centra in de Verenigde Staten. Van deze patiënten beantwoordden er 141 een vragenlijst over hun zelf-beoordeeld sociaal functioneren binnen vier maanden na de diagnose, en twaalf en vierentwintig maanden later.

Vergeleken met AYAs uit de algemene bevolking hadden de patiënten significant slechtere scores voor zelf-beoordeeld sociaal functioneren binnen vier maanden na de diagnose (52,0 versus 85,1; p<0,001), bij de twaalf-maands follow-up (73,1 versus 85,1; p<0,001), en bij de vierentwintig-maands follow-up (69,2 versus 85,1; p<0,001). Tussen baseline en twaalf-maands follow-up nam de score significant toe, maar bleef vervolgens stabiel op een niveau dat significant lager lag dan de population norms. Deze figuur laat de verschuivingen in het sociaal functioneren van de deelnemers in meer detail zien. Negen procent had consistent hoge of normale scores, in 47% werd verbetering van de scores gezien, in 13% werd verslechtering gezien, en 32% had consistent lage scores. Patiënten met consistent lage scores hadden, vergeleken met de drie andere groepen, een hogere waarschijnlijkheid ten tijde van de follow-up niet meer behandeld te worden, en bij baseline minder gepercipieerde sociale steun te hebben.

De onderzoekers concluderen dat zelf-beoordeeld sociaal functioneren in AYA-patiënten in het eerste jaar na de diagnose verbetert maar na twee jaar nog steeds gecompromiteerd is. Bijna één op de drie patiënten heeft gedurende twee jaar consistent lage scores.

1.Husson O, Zebrack BJ, Aguilar C et al. Cancer in adolescents and young adults: Who remains at risk of poor social functioning over time? Cancer 2017; epub ahead of print