Immuuncheckpointremmers
hebben aanzienlijke werkzaamheid laten zien voor verscheidene typen
maligniteiten. Immuungerelateerde bijwerkingen (irAEs) van deze middelen zijn
beschreven, echter met relatief weinig aandacht voor de timing van het ontstaan
van deze bijwerkingen. Dr. Emily Chu (University of Pennsylvania, Philadelphia)
en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de timing van ontstaan van cutane
irAEs na PD-1 remmer therapie. Ze publiceren de studie online in JAMA Dermatology.1
De
retrospectieve observationele studie includeerde zeventien patiënten (twaalf
mannen, vijf vrouwen; gemiddelde leeftijd 68,6 jaar) die tussen begin 2014 en
eind februari 2018 waren verwezen naar de dermatologiekliniek in Philadelhia
met tenminste één huidbiopsie-specimen van een met PD-1 remmertherapie
geassocieerd irAE, na behandeling met pembrolizumab, nivolumab, of nivolumab plus
ipilimumab als immuuntherapie voor een maligniteit. De irAEs waren lichenoïde
dermatitis, bulleus pemphigoïd, erytheem multiforme, eczeem, lupus, en
sarcoïdose. De reacties begonnen mediaan 4,2 maanden (range 0,5 tot 38,0
maanden) na begin van de behandeling; in twaalf van de zeventien patiënten
tenminste drie maanden na begin van de behandeling. In vijf patiënten kwamen de
cutane irAEs pas na beëindiging van de PD-1 remmertherapie tot ontwikkeling.
De
onderzoekers concluderen dat verscheidene cutane irAEs van PD-1 remmertherapie delayed onset kunnen
hebben of zelfs pas ontstaan na discontinuering van de therapie.
1.Wang LL, Patel G, Chiesa-Fuxench C
et al. Timing of onset of adversed cutaneous reactions associated with
programmed cell death protein 1 inhibitor therapy. JAMA Dermatol 2018; epub
ahead of print
Summary: A retrospective observational study at the University of Pennsylvania showed that diverse cutaneous adverse
reactions secondary to PD-1 inhibitor use may present wit delayed onsets, and
even after discontinuation of therapy.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)